dinsdag 31 augustus 2010

Deauville, Cherbourg

Wegens overweldigend succes is hier de blog met film van ons Cherbourg avontuur nog een keertje! 


Deze dag zouden we Deauville/Trouville gaan in de Seine baai, vlak onder Le Havre en Honfleur. 6:00 was de vertrektijd.

Op dat tijdstip stonden John, Jos en Astrid op de steiger omdat ze die nacht niet geslapen hadden wegens heftige wind. Wij hadden niks gehoord. Oordoppen helpen tegen meeuwen, brandweerauto's en tegen harde wind. Het woei inderdaad flink. "We gaan niet" was de boodschap, teveel wind, teveel golven. OK, dat was duidelijk. Dus werd een palaver gehouden om 6:00 uur in de morgen. We spraken af  om nog even te gaan slapen en na het laag water in Fecamp naar Dieppe terug te toeren. De wind werkt niet erg mee.

Dan lig ik in bed en kan de slaap niet vatten… TERUG… anmenooitniet. Dat is het gevoel wat boven komt. Een heel jaar hier naar toe leven, en dan terug? We zullen die wind krijgen… Ik stap uit mijn kooi en ga wandelen. Het begint te schemeren. Boos, verdrietig, verward, gedoe, moeilijke keuzes, zijn we schijters of zit het gewoon tegen, wat is verstandig, wanneer moet je het proberen? hebben we alles overwogen? wat doe ik met dat "faal"-gevoel als we terug gaan? als ik niet terug wil wat dan? Pas ik me aan aan de groep of niet?

Na een flinke koude wandeling besluit ik eerst JW en dan de groep te vertellen dat ik echt niet terug wil naar Dieppe. Dat ik liever nog een paar dagen wacht met de kans op beter weer en een oversteek naar Cherbourg of Brighton. Het praten over mijn emotie en een stralende zon op dat moment doet de rest. John gooit in de groep dat we misschien nu naar Cherbourg kunnen. Immers, de nieuwe weerberichten hangen bij de Capitainerie en de wind is vandaag Noord en Noord-west 3 tot 4. Met een beetje doorkachelen kunnen we vannacht rond 24:00 uur binnen zijn in Cherbourg.

Binnen een half uur zijn we weg. We kunnen altijd weer terug. De lucht is blauw, het water is blauw-groen, de wind waait een lekker briesje, maar de stroom staat tegen. We doen 4 uur over het stuk waar we daags daarvoor bij de eerste poging twee uur over deden… dat valt tegen. De stroom kentert pas om half drie in plaats van om half twee… hebben we fout gerekend. Ja, we hebben fout gerekend. Stroming wordt berekend op basis van de getijden tabel van DOVER en daar moet je voor franse zomertijd twee uur bij optellen. We hebben maar één uur opgeteld omdat we dat bij de andere franse getijdentabellen steeds moeten doen volgens de REEDS. Het boek, of liever gezegd, onze bijbel, waar alles in staat.

De sterkte van de stroom valt ook tegen. Als we drie knopen stroom tegen hebben in het begin, waarom krijgen we er dan niet drie mee als de stroom de andere kant opgaat? Ondertussen hebben alle drie de boten de motor bij staan om de snelheid toch een beetje op peil te houden. Wij hebben ondertussen een probleem, want er hangt iets aan de boot wat onze snelheid remt. We zetten de motor uit, draaien wat met de boot en starten weer. Dan gaat het weer als vanouds. Gelukkig.

Op éénderde van de afstand naar Cherbourg is er marifooncontact. De wind is naar west gedraaid en we kunnen niet meer zeilen in een rechte lijn naar Cherbourg. Laveren kost teveel tijd en getij. De wind neemt toe. Ixia en Mystell besluiten om te keren. Wij willen doorgaan en desnoods op de motor laat in Cherbourg aankomen. Met pijn in het hart gaan we uit elkaar. Van tevoren hebben we dit soort situaties besproken. Het moet  kunnen en het kan ook, maar toch is het niet leuk, juist nu John vandaag jarig is. We begrijpen heel snel elkaars standpunten. De "kinder"boot kan zich niet veel extra gedoe veroorloven. Wij nemen samen het besluit en daar is verder niemand van afhankelijk. We zien de zeilen van Ixia en Mystell in de verte wegglijden. Orisande dobbert nu alleen rond zonder kust in zicht.

We brommen tegen de westenwind in richting Cherbourg. Dat gaat steeds trager, hoewel we nu wel drie knopen stroom mee hebben. De golven worden hoger, meer dan anderhalve meter. De boot klapt af en toe zo hard op het water dat het naar is. De wind kruipt naar de 22, 23, 24, 25 tot en met 29 knopen ware wind. Dan hebben we het over 6 Beaufort, met stoten naar 7. Ook wij krijgen een ongemakkelijk gevoel.

Als we gaan redeneren komen we tot het volgende. Met dit tempo komen we met stroom tegen bij de Pointe de Barfleur. Dat is de punt voor Cherbourg waar we omheen moeten. De stroming is daar sterk. 3 knopen tegen is normaal. Als wij wind tegen hebben en stroom tegen dan is er een kans dat wij slechts 2 a 3 mijl per uur vooruit komen. Dat betekent dat de laatste 15 mijl midden in de nacht of vroege morgen ons ongeveer 5 uur gaat kosten. Als je dan ook nog meerekent dat de kans dat de wind nog meer toeneemt groot is gezien de ontwikkelingen en de weerberichten, dat kunnen we niet anders dan constateren dat we ook moeten opgeven. Immers de vermoeidheid zal ons dan parten spelen.

We zitten dus ergens midden op zee. Geen kust te zien. We brommen tegen golven en wind in en dan moeten we de alternatieven op een rijtje zetten. Rekenen en overwegen:
We gaan liever niet terug naar Fecamp of naar Dieppe. Kunnen we naar het zuiden? Naar al die kleine haventjes? Kunnen we daar naar binnen gezien de invaartijden meestal beperkt zijn tot 2 uur voor en twee uur na hoog water? Nu we halverwege de Seinebaai zijn kunnen we met ruime wind de 25 mijlen naar het Zuiden snel afleggen. Het getij zit dan wel weer tegen, maar het is wel rustig varen omdat we de wind bakstag hebben (schuin vanachter). We rekenen uit dat we Courseulles-sur-Mer zouden moeten kunnen halen. De aanloop is gevaarlijk bij donker en bij Noorden of Noord-Westenwind, maar  het alternatief is naar Le Havre of Dieppe of op zee blijven. We besluiten naar Courseulles te gaan.

We draaien een kwart slag om en een relatieve rust daalt op ons neer. De zeilen staan weer. De golven zijn nog steeds hoog maar glijden nu onder ons door. Zo zakt de zon achter ons de zee in. De uurtjes verstrijken en na een paar uur zien we de eerste Jan van Genten weer die aan het foerageren zijn, een enkele vissersboot en dan de lichtjes van bebouwing. gelukkig hebben we een goede plotter met een nachtstand zodat we de weg goed kunnen vinden in het donker.  We blijven nog steeds aangelijnd, want als er in het donker een van ons per ongeluk door een golf gegrepen wordt en over boord duikelt wordt het wel erg moeilijk zoeken in dat donkere water. Steeds rekenen we uit wat de ETA is. De Estimated Time of Arrival. Het is belangrijk dat we iets voor hoogwater bij Courseulles zijn.
We turen naar de lichten en zoeken een Quick Flash (60 flikkeringen per seconde) en een Isofase 4 wit licht (2 seconden aan en 2 seconden uit). Daar moeten we precies midden tussendoor.

Het is donker als we bij die lichten aankomen. Ik roep om 22:15 uur  via kanaal 9 op de marifoon de haven op en vraag wanneer we met onze diepte kunnen binnenvaren. Er komt nog een antwoord ook. We moeten nog een uur wachten voor een veilige doorvaart, dus brommen we weer terug. Nog net op tijd zie ik in het donker een vlaggetje van een kreeftenpot en ontwijk dat rotding. Doelloos in de rondte brommend proberen we elkaar moed in te spreken, we zijn erg moe en een beetje gespannen voor de ingang van de haven. Bij laagwater staat het daar 2 meter droog! De ingang is erg smal en er liggen twee rijen rotsblokken de zee in. De markering daarvan stamt nog uit de vorige eeuw en is door de kromming van de ingang moeilijk te zien in donker, de diepte valt weg. De stroming is behoorlijk, dus moet je goed mikken om veilig binnen te komen. We hebben nog niets gegeten en willen naar bed. gelukkig zijn er nu veel sterren en doden we dat laatste uur met het kijken naar de sterren en naar elkaar.

Om 23:00 sharp gaan we richting de ingang. JW stuurt en ik kijk op de plotter en geef aanwijzingen. Vlak voor ingang krijgt JW twijfels of hij goed zit en wil omdraaien. Ik geef instructie en hij moet op mij vertrouwen. Dat doet hij en even later ziet hij gelukkig ook dat alles OK is. Als een dronkeman brommen we de haven in, beetje naar bakboord, beetje naar stuurboord. De dieptemeter geeft even 2,9 meter aan. We zijn 2 meter diep, dus nog maar 90 centimeter onder de kiel. Dat lijkt wel veel, maar met zulke golven valt dat wel tegen. Gelukkig duurt dat maar heel even. En dan zijn we binnen. De bruglichten staan op rood, dus ik roep de brugwachter op. Gelukkig ligt die nog niet te slapen. Acuut gaan de lichten op groen en blijkt de brug al lang open te staan. Maar ja, dat kon ik echt niet zien. Als we de brug doorgaan zien we een heleboel mensen wachten en er wordt geapplaudisseerd als we voorbij komen. Waarom eigenlijk? Ik bedank het volk hartelijk en ga de stootwillen buitenboord hangen en de lijnen klaarleggen. Da's wel leuk binnenkomen zo. Het is hier in ieder geval rustig.

Als we liggen eten we snel wat oud stokbrood met kaas en nemen een Benedictine likeur uit het klooster van Fecamp. Wat smaakt dat verrukkelijk! Dan kruipen we nog na-dobberend in onze kooi.
Het is wel eenzaam zonder onze vrienden, maar ook wel even lekker rustig. We sms-en elkaar nog even en weten dan dat iedereen veilig is.

Filmpje volgt binnenkort!

Francisca en Jan Willem

Geen opmerkingen: