donderdag 2 augustus 2012

Schipperen tussen spanning en genot

We weten al niet meer of het nu dinsdag is of woensdag. Dat is een goed teken. In ieder geval gaat dit verhaal verder met het verslag van De Oversteek; terug naar Nederland vanuit het United Kingdom per zeilboot.


Al twee dagen hadden we de tocht uitgesteld vanwege prognoses met te veel wind. Als de verwachting 6 Beaufort of meer is, dan varen we niet uit. Je moet er altijd op rekenen dat het er per ongeluk eentje meer kan worden. De spanning was wel wat opgelopen. Het blijft toch een beetje eng (en zeker als je net het boek “Redders langs de kust” van M. Middelbeek hebt gelezen…- over allerlei reddingsacties van de KNRM). Gelukkig weten we daar steeds beter mee om te gaan, gewoon lekker actief zijn, leuke dingen doen, knopje omzetten.

Tijdens de tweede wachtdag zijn we van Woolverstone naar Harwich, Shotley Marina, gezeild op de fok. Het zonnetje scheen in een prachtig decor van heuvels en een zilveren River Orwell, het was hoogwater, de modder was even weg voor een paar uur. Daarna een wandeling langs de River Stour; Shotley Marina ligt op het kruispunt van deze twee Rivieren.

Wandelen langs de River Stour 
In de middag kregen we bezoek van de douane. Een hele leuke meid kwam een babbeltje maken en wilde weten waar we vandaan kwamen en waar we naar toe gingen. Ze testte wel even uit of we ook details wisten over de bezochte plaatsen. Ze vroeg alleraardigst om onze paspoorten die we bereidwillig gaven na zo’n sympathieke douane-actie. Geen bezoek aan boord gelukkig. Onze openhartigheid wekte mogelijk vertrouwen.
’s Avonds weer diner in het Shipwreck, onze stamkroeg. Daarna een uitgebreide studie van gribfiles, weerberichten in diverse talen, weerkaarten etcetera. Zware wind boven windkracht 6 zou ons de volgende dag bespaard blijven volgens al die informatie. We moesten wel rekenen op een flink wolkendek. Morgen was DE DAG voor de oversteek.

Opstaan om 6:00 uur UTC + 1 (Engelse zomertijd), dat is 7:00 uur Nederlandse tijd. Doel was Oostende, 75 nautische mijlen verderop, dus 1,852 meter x 75 = 138,90 kilometer.
Gemiddeld rekenen we met 6 nautische mijl per uur als we dagtochten maken waarbij je vooral stroom mee hebt. We zouden twee en een half tij hebben, eerst een stuk naar stuurboord, dan weer een paar uur naar bakboord en vervolgens weer de andere kant op. Een gemiddelde van 5,5 tot 6 knopen (mijl per uur) moesten we kunnen halen.

Het was rustig op het water toen we wegvoeren. Een enkele sleepboot voer uit om een containerschip binnen te halen. Wij voeren netjes naast de scheepvaartroute. Er was weinig wind, we hadden de motor aan. Het regende mild. De horizon was donkergrijs. Niet erg uitnodigend, maar ja, je bent een zeiler in voor en tegenspoed, we moesten terug naar Nederland. Wie avonturen wil beleven, moet uit de comfortzone. Nou, dat is dus weer gelukt!

Het zeil kon na de eerste paar mijlen omhoog. Gelukkig, want van motoren krijg je het koud. Zeilen is warmer. Na het passeren van de windfarms op de zandbanken de Galloper en de Inner Gabbard begon de wind aan te trekken.

De route hadden we dubbel uitgezet, zowel op de plotter als op de iPad konden we onze positie bepalen. De Imray kaarten op de iPad geven meer en andere informatie dan de plotter. Via de ingebouwde GPS op de iPad hadden we dus een dubbele controle van de plek waar we ons bevonden. En dat is geen overbodige luxe in een gebied vol zandbanken, verboden gebieden, voorzorgsgebieden, windfarms, ferries en drukke scheepvaartroutes. Vooraf hadden we gedacht dat je lekker relaxed kon zeilen op de Noordzee in dit gebied. Dat viel dus tegen. Boven de lijn Lowestoft- Rijnmond zal het beter gaan, maar daaronder is het een drukte van belang.

Wij verbaasden ons over het feit dat met 15 knopen wind de golven zo hoog waren. Op het Haringvliet heb je met 15 knopen wind gewoon wat golfjes, maar hier was het kermis.Waarschijnlijk oude golven van gisteren. De Zuidenwind perste de golven door Dover Strait naar het Noorden. Een beetje tij erbij en een zeiltocht wordt zo een wasmachine-experience.
Maar… het ging wel lekker snel met halve wind. Bij de oversteek van het TSS – het Traffic Separation Scheme – zat de ware wind regelmatig op de 22 knopen, met uitschieters naar 25, een dikke 6 BFt dus. Met vol tuig nog steeds denderden we voort en met een eigen snelheid van 10 knopen braken we onze eigen records.

Toen kon ik nog een beetje filmen. Daarna helaas niet meer...

Plotseling zagen we in het TSS iets raars aan de horizon, het leek op een zwarte doos, maar wel een flinke. Aha, een beetje afleiding. Snel de verrekijker erbij gepakt en .... het was en onderzeeër. Een paar mijl daarachter een grijs patrouilleschip van onduidelijke nationaliteit. We lieten het maar even uit het hoofd om foto’s te maken. Gelukkig was het water te ondiep om te duiken. Je zal toch over zo’n ding heenzeilen zeg…

Niet lang daarna kwam de volgende verrassing. Een joekel van een golf sloeg over dek. JW stuurde. Van de ene op het andere moment sloeg er een golf over het dek en in de kuip. Ik kreeg de volle laag over mijn hoofd. Zout water in de mond.. Het water kwam onder de sprayhood richting het luik en liep naar de kajuitingang, snel dichtdoen dus.. Dit hadden we nog niet eerder meegemaakt. Het wier lag in de kuip en aan dek. Mijn zwemvest werd spontaan opgeblazen. Pffff… en je hoofd zit stijf in een zwembandje. En daarna ging het gewoon weer verder. (gelukkig hebben we voldoende reserve zwemvesten aan boord)

Het was wel een kwestie van volhouden en opperste concentratie. De boot doet het prima, maar je merkt dat je niet teveel naar je gevoel moet luisteren dat zegt: ïk wil heel snel stoppen”. Zo’n tocht is een een oefening in ZIJN. Je hoeft niks te voelen. Je doet gewoon je ding en dat doe je zo goed mogelijk en zo gezellig mogelijk. En dat valt niet altijd mee als de vermoeidheid begint op te spelen. Als computermensjes hebben wij natuurlijk geen superconditie. Tijdens dit soort tochten raak je wel gemotiveerd om weer wat meer aan beweging te doen tijdens het normale leven.

Na de TSS besloten we Oostende te verruilen voor Zeebrugge. Voor Oostende zouden we hoog aan de wind moeten gaan zeilen en het tij spoelde ons de verkeerde kant op. Zeebrugge was iets verder maar wel comfortabeler. De beslissing was snel gemaakt.

De laatste 20 mijl hebben we gereefd, we gingen wel erg snel, maar het werd te gortig.  Het reven hadden we uitgesteld omdat dat nogal link is. Eerst de boot een stuk in de wind leggen, Ik was aan de beurt om aangelijnd naar de mast te gaan, dan het zeil laten zakken, de ring van het zeil in de haak doen, dan de reeflijn aanhalen, alles aantrekken, weer naar de kuip strompelen en zorgen dat je niet overboord gaat and so on.. We vergaten de reguleerlijnen en de reeflijn van het tweede rif, dus de laatste 20 mijl maakte die reeflijn een onheilspellend geluid, omdat we hem niet aangehaald kregen. Niet een echt sfeerverhogend geluid met een zwarte lucht, hoge golven, veel te veel wind, overal joekels van schepen die jou niet zien op de AIS… poeh.. poeh… waar bleven de  kranen van Zeebrugge nou? Het leek wel of er een coastal fog hing. Tussen de regenbuien door was er maar een keus.. gewoon doorgaan.

Nee dit was gewoon niet leuk. Maar - elk nadeel heb z'n voordeel - JW werd NIET zeeziek. Hij zag eruit en handelde als een stoere kapitein en dat was toch wel erg leuk om naar te kijken en het voelde heel veilig. Ik weet dat het andersom ook zo was.

En opeens waren daar de VG1 en de VG2, de eerste rode en de groene boei die de scheepvaartroute naar Zeebrugge aanduidden. Als navigator verordonneerde ik de kapitein om bakboord te gaan, maar JW was ff de weg kwijt, dat krijg je van zoveel niks om je heen en een dosis vermoeidheid. Zijn desorientatie werd opgeroepen door twee schepen die een verkeerde kant opgingen volgens zijn gevoel. Omdat ik de routes in de kaart had gezet had ik die beter in mijn hoofd, na overleg was dat snel in orde.
Voor Zeebrugge kregen we mot met een groot vrachtschip, we zaten klem en moesten vaart minderen zodat de CPA (Closest Point of Approach) groter zou worden. De fok moesten we inrollen. Doordat we (bij nadere analyse) van rollen waren gewisseld, verliep dat chaotisch en werd ik paniekerig. De routine die we normaal hadden was er uit. Normaal stuur ik en doet JW het “zware”werk. Nu stuurde JW omdat dat zijn zeeziekte onderdrukte. Gelukkig hadden we alles weer snel onder controle en kregen we om 19:00 uur toestemming van Port Control Zeebrugge om de haven binnen te varen. 90 Nautische mijlen in 12 uur en een kwartier. 7,3 knopen gemiddeld. Dat is supersnel.

Opgelucht, trots en moe schoven we naar de jachthaven. We waren verheugd dat we de Alegria zagen liggen, de boot van Monique en Hans. Na opwarming van de zelfgemaakte uiensoep met blauwe Stilton kwamen ze aan boord om vakantieverhalen en ervaringen uit te wisselen. Wat is het heerlijk om dat even te delen met mensen die het kennen; schipperen tussen spanning en genot.

De volgende dag om 7:30 uur op want de hele Nederlandse zeilkaravaan moest met de stroom mee naar het Noorden. Wij ook. Hans en Monique namen de binnenbocht naar de Westerschelde en wij de buitenbocht naar de Roompot Marina. Wat een feest. Zon en een heel vriendelijk windje. Zeilen is zoooo heerlijk!

Hans en Monique vertrekken richting Westerschelde.
Wij richting Roompot- Oosterschelde. Wat een dag!