donderdag 25 augustus 2011

Calais - Oostende - Vlissingen

In Calais liggen we tussen de Engelsen die allemaal naar huis willen. De stoeren gaan en de minder stoeren laten de boot in Calais liggen en nemen de ferry. "Misschien is het volgend week-end wel beter," denken ze.
Het is ook geen weer om over naar huis te schrijven. Wij wachten drie dagen totdat de wind weer een beetje de goede kant opstaat en een nette sterkte heeft. We komen onze tijd door met werken, lezen, een Meccano-tentoonstelling bezoeken, naar de troosteloze boulevard lopen met dito strand en een Loburgje drinken.
Artist impression van het kloteweer in Calais.

Eindelijk is het weer aanvaardbaar en vertrekken we. Dik aangekleed in de regenpakken en de boterhammetjes gesmeerd in de koelkast. Stel dat het hondenweer wordt op zee, dan hebben we in ieder geval eten.

In konvooi gaan we met een stuk of 5 zeilboten door de brug van 7:40 uur. Niemand trekt zich iets aan van de drie rode lichten die ons moeten waarschuwen voor veerboten. Via de marifoon horen we dat we kunnen gaan als we maar netjes aan de kant blijven.

Een beetje voorzichtig schuiven we over de Ridens de la Rade, een serie hinderlijke bulten op de bodem van de zee vlakbij de uitgang/ingang van Calais. Als we er niet overheen gaan kost ons dat 2 nautische mijlen omvaren. Na wat rekenwerk met waterdiepten en getijden weten we dat we over de zandbank moeten kunnen. We houden 3 meter onder de kiel over, blijkt later. Meer dan voldoende met een windje 2-3 Beaufort. 

We varen naar Oostende.

Daar breekt de zon door. Het is vrolijk, gezellig en Den Roberrr... de havenmeester hoor je al van een afstand tetteren en aanwijzingen geven aan iedereen die binnenkomt en een plekje voor zijn boot zoekt. Die man heeft een stem als een muezzin. Ik denk dat ze hem soms in Dover ook horen. Iedereen heeft daar respect voor. Luister je niet naar hem dan wordt je au plein public uitgekafferd. 

We kopen een zak garnalen en na een flinke wandeling langs de eindeloze boulevard hervatten we de cursus "garnalen pellen" voor beginners. IN DE ZON! Wat een mooi besluit van een sombere dag. Dat was gisteren.

Vanmorgen zijn we om 9:30 uur vertrokken vanuit Oostende richting Vlissingen. De wind was perfect en we hebben gezeild. Fantastisch ging het, tussen de 6 en 8 knopen door het water met een ware wind van maximaal 12 knopen uit het Zuid Oosten. Genieten van de bovenste plank. Jammer dat we een afspraak in Vlissingen hadden gemaakt, anders zouden we vast zijn doorgezeild.

Maar goed. Om 14:00 uur kwamen we het standbeeld van Michiel de Ruijter voorbij. De havenmeester zag ons al aankomen en zette het havenlicht op groen. We hoefden nog geen minuut te wachten voordat de brug en sluis openging. Ondertussen is het voor ons traditie geworden om aan het eind van de vakantie Vlissingen aan te doen, waarna de boot zich binnen no time vult met familie. Dit keer bleef het beperkt en waren we genoodzaakt de lekkere Franse kaasjes zelf voor het grootste deel op te eten.

De weersvoorspellingen voor morgen zijn dramatisch. Hoe krijgen ze het boven toch voor elkaar om eind augustus windkracht 6,7 en mogelijk 8 te voorspellen?
Gelukkig moet ik morgen toch nog een dagje werken. We wachten wel af wat de wind gaat doen en passen ons weer aan. Vandaag was de wind ons gunstig gezind in ieder geval.

Francisca



maandag 22 augustus 2011

Drie dagen Dieppe, en een dag Boulogne


Van Saint Valéry en Caux naar Dieppe is ongeveer 15 mijl. Eigenlijk was dat een paar mijl te kort. Met een zonnetje, een mooi weer en prachtig blauw water wil je best langer varen dan de luttele twee-en-een-half uur die we ervoor nodig hebben om in Dieppe te komen. Dieppe bereidt zich voor op een groot feest. Aanleiding is het feit dat de stad een etappeplaats is van de Solitaire du Figaro, een in Frankrijk grote wedstrijd voor solozeilers. Alles gaat ervoor aan de kant. Ze sluiten er zelfs een paar dagen de haven voor af. Die haven ligt midden in de stad. Op een afstand zien de vanaf de boot de drukte zonder er zelf echt in te zitten. Met hoogwater zie je alles, met laag water niet meer. Je ligt dan bijna negen meter lager. Bij bepaalde windrichtingen is de haven onrustig. Zoals nu. De deining op zee wordt niet genoeg afgeremd, zodat alle bootjes flink in beweging zijn. Onze twee lijnen met rubber veren zorgen voor iets vriendelijker bewegingen daardoor een goede nachtrust. Ook de oordoppen helpen daarbij, want de steigers en de vlakbij ons gelegen drijvende golfbrekers maken een lawaai als steelband van reuzen.

De volgende dag is het redelijk weer. We graven de fietsen op uit de schuur en zoeken een 'avenue vert', die ergens in de buurt moet beginnen. Bij gebrek aan wat voor aanwijzing dan ook moeten we even zoeken naar de voormalige spoorweg naar Parijs, die nu als wandel- en fietsroute is ingericht. Eenmaal gevonden blijkt het een vers geasfalteerd fietspad te zijn, wat inderdaad heel groen is. Teruggekomen in de haven klotst het nog steeds. Toch blijven we nog een dag om met een betere wind naar Boulogne te gaan. In de nacht draait de wind inderdaad, en ook nog naar de goede richting. Helaas komt daarmee ook een golf van stank over de stad, die Francisca een slechte nachtrust bezorgt. Ze bleek niet de enige die er last van had. Ook onze Engelse buurvrouw kwam niet geheel fris de kooi uit.

Eenmaal op zee is er wind, maar daarmee is alles wel gezegd. Met twee tot drie knopen wind doe je niet veel, tenzij je bereid bent om dagen te doen over de afstand van 53 mijl naar Boulogne. Dat zijn wij niet, maar gelukkig is er een motor. Met een vlakke zee en een lekker zonnetje is dat niet zo heel erg. In de middag verdubbelt de wind. We hijsen de zeilen om te kijken hoe het gaat. Dankzij de stroom komen we aardig vooruit, maar niet in een rechte lijn. De windrichting is niet stabiel: hij tolt in het rond. Het is per saldo meest noord, en dat is nu net de kant die wij op moeten. Kruisend bereiken we rond zeven uur de haven van Boulogne. Het lijkt wel thuiskomen, zo vaak zijn we er nu geweest.

Onze buren uit Dieppe, een gepensioneerd Engels echtpaar dat de hele zomer rondzeilt, zijn er ook. De kennismaking wordt 's-avonds voortgezet en dat blijkt heel leuk te zijn. Het zijn op en top Britten, met een ijzersterk gevoel voor humor. Ze kunnen lachen om zichzelf en hun land. Het levende bewijs is hun hondje. Het beest is per zeilboot uit Engeland vertrokken, maar het mag niet per zeilboot weer terug. "Madness", is het commentaar van Judy. Hoe dan wel? Niet via een veerboot met de baas als begeleider. Alleen per veerboot én in een auto mag hond Daisy weer terug. De straf bij overtreding? De doodstraf voor de hond! (en een boete voor de baas). Judy gaat met het openbaar vervoer naar huis om eerst de auto te halen. Met de veerboot naar Calais, en dan met hond weer terug. Hoe bedenk je het.

ORISANDE vlak voor Boulogne, gefotografeerd door bemanning TRAMONTANA

Over Calais gesproken: daar zijn we nu. Met de wind in de rug en de stroom op de kont ronden we Cap Griz, en daarna het vrolijke broertje daarvan: Cap Blanc Nez. Onze andere buren uit Boulogne trakteren ons op spectaculaire manoeuvres. Eerst vissen ze een door henzelf verloren zwemband op (wat met zo'n wind en zulke golven niet niks is). Even later zetten ze de jacht in op een gifgroen luchtbed, dat kennelijk in een moment van onachtzaamheid van de eigaar het zeegat koos. Het luchtbed zal nu wel in Engeland zijn aangekomen. Even denken we dat land te zien. Maar nee, het is geen krijtrots maar een witte veerboot. Over de grond lopen de zo nu en dan elf knopen. Leuk, maar het helpt niet veel. In Calais moet je namelijk wachten tot je naar binnen mag. Veerboten gaan eerst, en het zijn er veel. Als de semafoor groene lichten geeft mag je naar binnen, en beslist niet eerder. Ze hebben daar goede redenen voor. De haveningang is voor die boten wel wat krap, en dat geldt ook voor de haven zelf. Eenmaal binnen moeten we ook even wachten totdat de brug wordt bediend. Nu liggen we na een mooie tocht rustig en veilig, tussen de Britten in een kale haven.

Jan Willem

woensdag 17 augustus 2011

De havenmeester van St. Valery

Vanmorgen was het bewolkt in St. Valery-en-Caux. We hadden geen haast met opstaan omdat het getij nu eenmaal ons leven bepaalt op dit moment en dat is soms heel comfortabel. Immers je hoeft dat niet te kiezen of je vroeg of laat moet opstaan. Als het getij zegt dat je om 12:15 uur kunt vertrekken, dan is dan zo en niet anders. Met een half uurtje "voor-de-zekerheid-wat extra water" gingen we om 12:30 weer op pad.

Tot die tijd was er een hoop te beleven. Vlak boven ons hoofd werden er antieke bootjes het water in gehesen, in verband met het Fête de la Mer komend week-end. Bootje met mooie namen, zoals "Le goût du sel".
En dan was er één andere Nederlandse boot. Die lag precies aan de overkant van ons. We konden dus precies zien wat die aan het doen waren... 't Is net een camping... En dan was er die ontzettend leuke havenmeester. Voor het gemak noem ik hem even Thibould.

Die havenmeester had ons gisteren persoonlijk welkom geheten op de steiger. Hij was een jaar of 20 en studeerde iets technisch. Hij kreeg twee uur Engels in de week en dat wilde hij graag oefenen met ons. Hij vroeg ons beleefd of we Frans of Engels met hem wilde converseren. Natuurlijk was het voor ons prettiger als we Frans spraken, want zo vaak krijgen we niet de kans. We kletsten wat op de steiger.
Later, toen ik ging betalen, zetten we ons gesprekje voort naar aanleiding van de teksten die ik in het gastenboek had geschreven... dat ik de gastvrijheid zeer op prijs had gesteld. Nou... dat viel in goede aarde in het bijzijn van zijn kornuiten.

Vanmorgen moest Thibould met zijn kornuiten hard aan het werk voor het Fête de la Mer. Ze moesten telkens twee of drie vlaggen op een paal steken en die paal dan recht overeind plaatsen rondom de haven.

Plost hoorde ik "jouhoeeeee...", Thibould liep boven aan de kade (het getijverschil was nog steeds wel een metertje of drie) met de Luxemburgse vlag te zwaaien als een vendelzwaaier. De andere jongens lachten. Thibould dacht dus dat het de Nederlandse vlag was en hing de clown uit om onze aandacht te trekken! Het was gewoon stik leuk, dat stelletje jolige jongens.

De leuke havenmeester van St. Valery-en-Caux

Toen we even later door de brug kwamen zwaaiden we naar elkaar en beloofden we weer terug te komen. (Voor de vierde keer). Thibould zal dan wel zijn afgestudeerd!

Om 12:40 was het zeil gehesen en hebben we een perfecte zeiltocht gehad naar Dieppe. De zee was blauw, de lucht was blauw met witte schaapjes, de wind was super. Makrelen vangen hoefde vandaag niet. Na twee-en-een-half uur waren we er al. met de stroom mee liepen we a snel 8 knopen over de grond.



Na een wandeling langs de havens van Dieppe en de strandpromenade zetten we ons aan de borrel met spekjesbrood, kaas en Prosecco.

Het enige minpunt van vandaag is, dat we op de hoek van de eerste steiger liggen bij de haveningang. De hele boot hobbelt heftig door de deining van de Noordenwind. Naast ons ligt een hoop oud roest dat  schuurt en klotst en geluiden maakt alsof we naast een steelband liggen... gelukkig heeft JW rubbers tussen de lijnen gezet, zodat de schokken een beetje opgevangen worden, hebben we oorpluggen en zijn we zo tevreden dat de slaap vast snel zal komen.

dinsdag 16 augustus 2011

A perfect day!

We hebben em!
De perfecte dag diende zich vandaag aan:
Dit is toch super!!!

  • Opstaan met een zonnetje in Fécamp.
  • Een heerlijk vers stokbroodje met gezouten roomboter en chocopasta
  • Een prima tijd om te vertrekken 11:10 uur op zee en de zeilen gehesen
  • De stroom mee, richting St. Valery-en-Caux
  • Een perfect windje: Zuid-west ongeveer 12 a 15 knopen
  • Een geweldig decor: de blauwe zee met de prachtige witte kalkrotsen
  • En..... de laatste 3 mijl alleen op een puntje fok gevaren om te kunnen vissen en het avondeten te verschalken: een verse makreel!
  • We hoefden slechts een paar minuten te wachten op de sluis/brug van St. Valery die ons toegang tot de haven gaf.
  • Er was zeeën van ruimte in de haven en we lagen eerste klas in het zonnetje!
  • Omdat we op deze plek al vaker geweest zijn (3 x) hebben we heerlijk onze boeken gelezen en geluierd in het zonnetje als een stel tevreden zeehonden.
  • Genietend van een lunch met El Portillo, witte wijn, stokbrood Matelot en verse Neufchatel-kaas op kamertemperatuur!
  • Orisande heeft een leuk plekje in de zon gevonden in St. Valery-en-Caux


    En na zo'n perfecte dag zit ik (Francisca) gewoon even te werken, want er zijn toch wat dingen die af en toe mijn aandacht vragen. Dat is helemaal niet erg. Ik ben blij dat ik een paar klanten even kan helpen en daarna weer los kan laten. Het is fijn dat de zaken dit jaar een stuk beter gaan dan vorig jaar, zowel voor JW als voor mij, dat maakt de vakantie leuker!

    De eerste twee weken zouden we het niet over werk hebben. Dat lukte trouwens ook helemaal niet. Nu merk ik dat mijn hersens weer een beetje tot rust zijn gekomen en dat alle knelpunten en problemen een stuk lichter zijn geworden.

    In de vakantie probeer ik over één of twee essentiële zaken na te denken. Dan blijkt altijd dat de afstand die je neemt tijdens de vakantie zoveel oplevert aan nieuwe inzichten en heldere gedachten. Nu ga ik eerst eens lekker badderen om deze perfecte dag lekker fris af te sluiten!

    Francisca

    maandag 15 augustus 2011

    De aarde is rond; echt waar!


    Eindelijk een dag in de korte broek gelopen! Nog wel het borstrokje aanhouden wegens de koude wind, maar ach, deze zomer klagen we niet als de zon zich vertoond, toch?

    We liggen nu alweer twee nachten in Fecamp. Waaaat? Jaaaaa...!! De wind brengt ons steeds op andere plekken dan die we voor ogen hebben.

    Vanuit St. Vaast de la Houge zou het een makkie zijn geweest om over te varen naar Wight: de haven uit, linksaf langs Barfleur, even zwaaien naar Cherbourg, dat om de hoek ligt en dan gewoon naar het Noorden varen. Eerst zou het tij je dan een uur of 5 naar het Oosten zetten en vervolgens een uur of 6 naar het Westen en zo zou je 's avonds, net voor het pikkedonker, bij de Needles zijn om de stroom mee naar Yarmouth op te pikken, waarna de rest "kat-in-het-bakkie" zou zijn.

    Onze tocht begon zo mooi. Om 10:00 uur vertrokken we met een heerlijke WZW-wind die bakstag inviel en precies goed van sterkte: tussen de 12 en 15 knopen. (Ik zeur ff niet over de zware bewolking en de regen.) Dat zou dus relaxed scheuren worden naar de overkant met de benen omhoog. Tussen Barfleur en Cherbourg, daar waar Normandië ophoudt, begon die verrekte wind helemaal West te worden en trok ook nog eens aan.
    Binnen no time lagen we weer op één oor en moesten we maatregelen treffen om dit tochtje comfortabel te houden. We keken elkaar aan... Is dit leuk om nog een uur of 12 zo vol te houden? Is dit vakantie? Nee dus!

    En dan... De opties waren: a) naar Brighton ruim 80 nautische mijlen, zeg maar een uur of 14 a 15 of b) Fecamp, zeg maar een uur of 12, dus net voor donker binnen. We kozen voor de laatste.

    We sloegen rechtsaf naar het oosten, richting Fecamp. Het eerste stuk zeilde prima, ook al moesten we voor de wind kruisen om de enorme deining de baas te kunnen. En toen viel die wispelturige westenwind steeds verder weg...en kregen we de stroom tegen. De zeilen gingen naar beneden, Jozefien (stuurautomaat) nam het over en zo zaten we onze tijd uit.



    "En wat doe je dan onderweg"? "Gebeurt er nog iets"? Je moet je voorstellen dat je in een wasmachien zit (de deining was behoorlijk) en dat je allerlei kanten uit tolt. Je gaat dan af en toe wat eten en drinken (apanootjes o.a. dat gaat lekker langzaam) en plassen (JW buiten en ik binnen). Ik hop wat rond; de kajuit in en uit: afwassen, boekje pakken, fotootje maken van het grote nix. Jw zit lekker en kijkt en denkt en heel af en toe drukt hij op een knopje om 1 graad bij te sturen. We hebben geen enkele zeilboot gezien, nadat we afgeslagen waren. Wel een een stuk of 4 containerschepen die vanuit Le Havre kwamen. Land is er uren niet te zien, immers: de aarde is rond. We zijn echt overtuigd!

    De lucht is zwart, grijs, witgrijs of lichtzwart, grijswit of een pietsie geel. Het water is donkerblauw, of licht-zwart. En dan, na 10 uur in de wasmachien zie je de vertrouwde falaises (witte krijtrotsen) van Fecamp, Etretat en Antifer... poeh, poeh... de laatste 20 nautische mijlen hebben we gelukkig de stroom weer mee. Om 22:45 stuurt JW de "Orisande" ferm de ingang binnen van de haven. Met zo'n heftige stroom zit je er zo naast! Het voelt als thuiskomen.
    Zeiknat maar opgelucht meren we aan een vertrouwde steiger aan. Een rondje over de steiger om te kijken of er nog bekenden zijn volgt na het vastleggen-ritueel.

    Als de jassen uitdruipen aan hun hangertjes in onze natte cel bedrinken we ons met een kopje thee (cis) en een glaasje Whiskey (JW) toch een beetje bedroefd dat we Wight hebben moeten laten liggen, maar tevreden over de keus om het leuk te houden!

    En vandaag hebben we een superwandeling gemaakt langs de falaises naar Yport waar de zee gezegend werd met veel pracht en praal! Da's altijd goed he! Het is heerlijk om even de benen te strekken en land te zien en te ruiken na al dat zout! Het was een fijne dag en morgen zien we wel weer!

    vrijdag 12 augustus 2011

    Een nieuwe haven: Saint Vaast de la Houge


    Gisteren om 8:00 uur vertrokken vanuit Trouville naar St. Vaast. Net onder Barfleur op de oostpunt van Normandië. 62,4 mijlen en niet in een rechte lijn.
    De dag begon heerlijk: zonnetje, rustige zee en één medezeilboot die dezelfde kant opging; een Engelsman, die we binnen een uur niet meer zagen.

    En verder heel af en toe een vissertje.

    We hadden de wind half (zuidwest), ongeveer 12 knopen, dus ideaal voor een lekker vlot tochtje. De wind was wel koud. Ik zat met mijn zeilbroek laarzen, sjaal, muts aan dek en dat in hoogzomer met zon! Waar kwam die koude wind vandaan?

    Jan van Genten vlogen af en aan en we hadden tijd voor een goed gesprek over dingen waar je in je drukke leven geen tijd voor maakt of hebt.

    Halverwege werd de wind West en trok ie aan tot een knoop of 17. De golven werden hoger en onze rechte lijn naar ons doel moesten we verlaten om grote hoeken te gaan zeilen.

    Gatver, nu begon het minder leuke gedeelte dus. We zaten aangelijnd en nu lukte het wel om een rifje te leggen zodat we wat rustiger gingen, maar dat geklap op de golven is toch niet echt lekker. Ik had de lijn waarmee ik vastzat aan de lifeline (die van voor naar achter loopt op de boot) zo aangehaakt aan mijn zwemvest dat ik er een beetje in kon hangen tijdens het sturen.

    Natuurlijk was het ook stikmooi! Het zakkende zonnetje scheen prachtig op alle zoute spetters. Af en toe een plens water over dek, glimmende zeilen en met een speed van een dikke 6 a 7 knopen hadden we eigenlijk geen klagen. We gleden voorbij Courseulles-sur Mer waar we vorig jaar ons keerpunt hadden en een mooi avontuur. (zie filmpje uit blog vorig jaar)

    De laatste 7 mijl hadden we mooi zicht op St. Vaast. Je ziet de twee torens van de vestingwerken op grote afstand; één op Ile Tatihou en één aan de andere kant van St. Vaast. In de verte de vuurtoren van Barfleur, waar we niet heen gingen. Ik vond het meer op een schoorsteen lijken dan op een vuurtoren, maaar JW vind zo'n opmerking heiligschennis. Immers, hij werd een paar jaar geleden midden in de nacht wakker aan boord van "De Witt goes red", een zeilboot die hij met anderen naar Cherbourg bracht, en keek toen recht in het licht van de vuurtoren van Barfleur met daarboven een sterrenhemel waar hij nu nog de tranen van in de ogen krijgt.

    Ile Tatihou bij Saint Vaast de la Houge

    Wij hadden opgezocht dat de sluis bij st. Vaast om 18:15 uur openging. Ja. St. Vaast is ook een getijdenhaven. Gelukkig zijn die tijden nogal ruim en blijft die sluis enkele uren open. Wij hebben slechts enkele minuten langzaam hoeven varen voordat we naar binnen konden.
    Wat is het toch ontzettend leuk om een vreemde haven binnen te komen. En de zon scheen en het zag er zo exotisch en onbekend uit. Eenmaal aangelegd en een glaasje sap voor de neus, voelde ik pas mijn rode hoofd en zere ogen. Met die kou hadden we geen zonnebrand opgedaan.. foutje!

    Vandaag 11 augustus hebben we rondgebanjerd, bootjes gekeken en ons verbaasd over het amfibievoertuig dat naar Ile Tatihou gaat met toeristen. Het meest bjzondere vond ik de fratsen van het getij. In een paar uur krijg je twee totaal verschillende landschappen voorgeschotekld voor de prijs van één: eerst is er een strand met zee waar een paar zeilschoolbootjes hun rondjes zeilen en een paar uur later is dat zelfde stuk zee veranderd in een stuk land met oesterbanken waar oesterboeren met hun trekkers aan het werk zijn...

    We hebben nog geen zin om naar Wight te gaan. We willen hier nog even lanterfanten. Het is mooi, rustig en gezellig en... de oesters zijn heerlijk!

    dinsdag 9 augustus 2011

    Vergane glorie en nieuw elan



    Honfleur is een bekende en populaire bestemming bij de zeilers. Omdat wij dat natuurlijk ook wilden meemaken zijn we er zondag naar toe gegaan. Per bus, vanuit Deauville. Honfleur is inderdaad de moeite waard. Het havenfront is zonder twijfel schilderachtig, net als de oude fortificaties en het houten kerkgebouw. Maar pas echt indrukwekkend is de menigte die zich langs en tussen de tientallen terrassen doorperst. Hou je van mensen kijken, dan moet je vooral een strategisch opgesteld terras opzoeken. Je blijft kijken. Bootjes zijn er ook. Dit keer vinden het best dat wij er niet tussen liggen. Toeristje kijken is niet erg, maar dat ze allemaal terugkijken wel. Ze lopen echt op een meter afstand in hordes voorbij. Toch leuk om het plaatsje te hebben gezien.
    Huisje van Kees Rothschild.

    Maandag is het zonnig, met een harde NW-wind. Niemand verlaat de haven, en niemand komt binnen. Deauville kijken dan maar. We lopen naar de imposante villa Strasburger, een Anton Pieckachtig bouwsel. Ooit gebouwd voor de familie Rothschild, in 1921 gekocht door een Amerikaan, die het na zijn overlijden aan de gemeente liet vererven. Die heeft het pand heel goed onderhouden. Dat geldt ook voor de strandbebouwing. Oud, soms heel oud, maar in heel goede staat. De nieuwe jachthaven van Deauville lijkt wel op Cape Helius, de vakantiekolonie in Hellevoetsluis. Sfeerloos, mensloos, kolossaal, en het lijkt nu al verwaarloosd. Blij dat wij kozen voor de andere jachthaven.

    Strand van Deauville, zo zag het er 100 jaar geleden ook uit

    De volgende dag zouden we eigenlijk willen vertrekken. Het weer beslist anders. Het waait onaangenaam hard, maar het is wel weer zonnig We gaan eerst naar het Bureau de Tourisme van Trouville (dat van Deauville hadden we al gehad). Gewapend met wandelkaart komen we weer naar buiten. De route leidt ons omhoog, langs talloze gebouwen in de typisch Normandische stijl. Hoog, met veel ramen, torentjes en versieringen. Soms sprookjesachtig, dan weer grimmig en somber. De een in volle glorie, de ander in verval. De wonderlijke bouwstijl en de onverwachte vergezichten bezorgen ons een goede dag. De sfeer is ook buiten het centrum een van een mengeling van oude glorie en nieuw elan.

    JW


    FF:...en ik heb een kapotte knie; over een steen gestruikeld in het bos, maar ik leef nog hoor!
    De barometer staat momenteel op 1027 hPa; reden voor een Armagnacje, dacht ik zo... En het vakantie-zigeuner-leven begint alweer een beetje te wennen; ik denk nauwelijks meer aan mijn werk, hoewel er alweer drie prospects om info hebben gevraagd... Mijn hoofd is nog niet super helder, en lezen lukt nog niet zo goed, maar dat geeft niet want ik heb een paar Elle-wonen's bij de container van de haven gevonden... heerlijke vakantielectuur, samen met de folders van het Syndicat d Initiative.
    Morgen lekker weer de zee op, richting St. Vaast-de-la-Hague... gaan we dit jaar wel de Kanaaleilanden halen? Het spant erom! Talk to you later! xx

    zaterdag 6 augustus 2011

    Nieuwe kusten en verse makreel.

    Vandaag om een christelijke tijd, 9:23 uur, vertrokken vanuit Fecamp, naar het Zuiden. De wind was te weinig om over te steken naar Engeland. Naar Cherbourg varen zou kunnen, maar 10 uur brommen hadden we daar niet voor over. We willen allebei iets nieuws, een onontdekt stukje, liefst een avontuur. Het wordt Deauville-Trouville, net voorbij Le Havre en Honfleur.

    De zee is mysterieus. Boven de aanlooproute van Le Havre hangt al uren een regenbui. Daar moeten wij heen. Af en toe doemt er een schip op. Vlakbij de oversteek van de vaarroute naar Le Havre hebben we een bumperklever. Hij zoekt ons op en vaart ons achterna Zeker geen AIS aan boord! Wij wel. We zien de gevaarlijke containers en zeetorenflats langzaam over de kaart schuiven.

    De bumperklever slaat af naar Honfleur en wij vervolgen onze weg. We zien tot ons groot genoegen dat we te vroeg zijn om de brug en sluis van Trouville binnen te kunnen. Die gaat pas open als het water hoog genoeg staat. We gooien een lijntje uit om de avondmaaltijd bij elkaar te vissen. Binnen een half uur hebben we twee makrelen. Zoals gewoonlijk neem ik de moordtaak op me en help ze naar de zevende hemel.

    Dan is het tijd en sturen we naar de haveningang. Het oude casino is al van heel ver te zien. We zijn nieuwsgierig: hier zijn we nog nooit geweest. Van een afstand zien we allemaal hele sjieke, meest oude gebouwen. Ooit moeten de oude rijken hier in hun gestreepte en gebreide badpakjes hebben rondgehuppeld. Ik las dat Vaslav Njinsky en Coco Chanel hier regelmatig vertoefden.



    Het regent dat het giet als we aangelegd hebben, maar na een paar uur is dat over. Tijdens onze lange avondwandeling ontdekken we dat Deauville en Trouville heel verschillende plaatsen zijn. In Deauville loop je een vrij grote kans om door een Maserati of door een kostbaar straattankje van de sokken gereden te worden. In Trouville niet. Daar zijn het de'gewone' auto's. Het publiek is net als de winkels minder mondain dan aan de overkant. De vele eettentjes, de monumentale villa's aan het strand en de strandgebouwen geven het plaatsje een bijzondere sfeer. Je voelt de geschiedenis, maar het voelt niet aan als oud. Eigenlijk is dat vreemd. Aftakelende gebouwen die doen denken aan spookhuizen of de Efteling verraden dat er ook vergane glorie is. De tijden dat de tweeling Deauville-Trouville na Parijs de tweede cultuurhoofdstad van Frankrijk was zijn zeker voorbij.

    Terug in de haven is het heel rustig. We lijken wel de enige gasten. We maken ons op voor de volgende stap: een heuse busrit naar Honfleur. Het wordt zondag toch slecht weer.

    JW & FF

    vrijdag 5 augustus 2011

    Tegen de wind inzeilen is gekkenwerk

    Toen we gisteren aan het eind van de middag terugkwamen bij onze boot maakten we kennis met onze nieuwe buurman: solozeiler Hans. We nodigden hem uit voor een borrel. Geen wilde zeepiraat, maar een gedistingeerde, beschaafde, rustige en luisterende man.

    Hij was met zijn 9 meter lange bootje naar de Carieb gezeild. Ruim drie weken onderweg was hij geweest.Helemaal alleen. Het was zijn grote droom geweest om naar de andere kant van de plas te zeilen, maar de Carieb verveelde hem snel, vertelde hij. Er was niks dan strand daar!

    Zijn boot zag er oerdegelijk, stevig en goed verzorgd uit. Ik zag dat hij uit een jampotje zijn diner ad, na onze borrel-bijeenkomst. Waarschijnlijk had hij eten ingemaakt, want de man kwam uit een tijd dat dat nog een heel normaal gebruik was.

    Zijn boot heette Tinga en op de vraag wat zijn plannen waren zei hij: "Morgen lezen en daarna noordwaarts" Toen wij hem vertelde dat we naar Fécamp gingen ondanks de verwachte regen en tegenwind hield hij wijselijk zijn mond en lachte.


    Vanmorgen om 6:00 uur toen Hans nog sliep vertrokken we uit de haven van Dieppe. een half uur later hadden we buiten de haveningang het zeil gehesen en scheurden we met de stroom mee naar het Zuiden, richting Fécamp. Donkeren wolken, af en toe een jacobsladder, grijze falaises (kalkrotsen) en af en toe een Jean de Gent (Jan van Gent). Er was op die grote zee nog 1 ander klein wit puntje te zien. Verder nix.

    Via de routelijn op de plotter schoven we richting Saint-Valery-en Caux. Daar haalden we het kleine witte puntje in, begon het te regenen en harder te waaien. Om en nabij de 20 knopen; een dikke 5 Beaufort. Het tweede rif lukte niet, de leuvers vlogen alle kanten op. Net zoals JW die gelukkig aangelijnd was, want anders was ik nu ook een solozeilster geweest denk ik.
    Het tweede rif hadden we nog niet uitgeprobeerd met ons nieuwe zeil. Niet slim, maar wel waar.
    Na een hoop gedoe legden we de boot in de wind en bonden het grootzeil op een hoopje. Geen gezicht, maar dat was toch slecht dankzij de regen.

    Op de fok hobbelden we verder met de stroom mee, maar tegen de golven en de wind in.. Voorbij de hoek bij St Valery zette ik de motor bij, immers dan gingen we nog sneller en zouden we bij de kentering van het tijd op bestemming zijn. Ik had uitgerekend dat we dan om 11:00 uur bij Fécamp moesten zijn. Dat lukt precies. en halve nautische mijl voor Fécamp kenterde de stroom.

    Vlak voor Fécamp werd het water weer plat. De eerste boten die met de stroom naar het Noorden huiswaarts gingen na een verregende vakantie kwamen ons tegemoet. Zeilpakken aan. We tankten nog wat diesel bij terwijl meer boten het ruime sop kozen en we hadden vervolgens voldoende keuze om een mooie box te vinden. Na een kop koffie en een broodje zalm dook ik mijn kooi in voor een weldadig tukkie. JW ruimde in de zooi buiten op in de regen. (Dat is liefde!).

    De solozeiler had gelijk. Tegen de wind in zeilen op zee is gekkenwerk, maar met een gemiddelde van 7,25 knopen over 30 nautische mijlen, de fantastische vergezichten en het tevreden gevoel was het toch zeker wel de moeite waard!

    Francisca

    woensdag 3 augustus 2011

    Het eerste traject - afkickcentrum "Orisande"

    Zaterdag 30 juli vertrokken. Vanaf Nieuwendijk, hop naar Colijnsplaat 31 juli, Nieuwpoort 1 augustus,  Boulogne 2 augustus en nu woensdag 3 augustus Dieppe.

    Het weer was ons goedgezind. Nog nooit hebben we zo lekker voortgang kunnen maken.

    We waren vooral stik moe, maar zeilen en op het water zijn doen wonderen voor de hersens en het lijf.
    De weidsheid van het grote water. Heel veel nix aan de horizon, het kabbelende geluid van water, af en toe wat sport... Met 20 knopen in de rug en vol tuig door het Nauw van Calais, de zon en af en toe een beestje:


    Eerst een grote sprinkhaan van bijna 8 cm die meevoer, toen wat bruinvissen, een kleine dolfijn vlak voor Calais en tussen Boulogne en Dieppe, een Jan van Gent en  twee grote dolfijnen gezien die nieuwsgierig waren. We hadden dan ok weinig kleren aan! Wat een verrassing!