dinsdag 31 augustus 2010

Deauville, Cherbourg

Wegens overweldigend succes is hier de blog met film van ons Cherbourg avontuur nog een keertje! 


Deze dag zouden we Deauville/Trouville gaan in de Seine baai, vlak onder Le Havre en Honfleur. 6:00 was de vertrektijd.

Op dat tijdstip stonden John, Jos en Astrid op de steiger omdat ze die nacht niet geslapen hadden wegens heftige wind. Wij hadden niks gehoord. Oordoppen helpen tegen meeuwen, brandweerauto's en tegen harde wind. Het woei inderdaad flink. "We gaan niet" was de boodschap, teveel wind, teveel golven. OK, dat was duidelijk. Dus werd een palaver gehouden om 6:00 uur in de morgen. We spraken af  om nog even te gaan slapen en na het laag water in Fecamp naar Dieppe terug te toeren. De wind werkt niet erg mee.

Dan lig ik in bed en kan de slaap niet vatten… TERUG… anmenooitniet. Dat is het gevoel wat boven komt. Een heel jaar hier naar toe leven, en dan terug? We zullen die wind krijgen… Ik stap uit mijn kooi en ga wandelen. Het begint te schemeren. Boos, verdrietig, verward, gedoe, moeilijke keuzes, zijn we schijters of zit het gewoon tegen, wat is verstandig, wanneer moet je het proberen? hebben we alles overwogen? wat doe ik met dat "faal"-gevoel als we terug gaan? als ik niet terug wil wat dan? Pas ik me aan aan de groep of niet?

Na een flinke koude wandeling besluit ik eerst JW en dan de groep te vertellen dat ik echt niet terug wil naar Dieppe. Dat ik liever nog een paar dagen wacht met de kans op beter weer en een oversteek naar Cherbourg of Brighton. Het praten over mijn emotie en een stralende zon op dat moment doet de rest. John gooit in de groep dat we misschien nu naar Cherbourg kunnen. Immers, de nieuwe weerberichten hangen bij de Capitainerie en de wind is vandaag Noord en Noord-west 3 tot 4. Met een beetje doorkachelen kunnen we vannacht rond 24:00 uur binnen zijn in Cherbourg.

Binnen een half uur zijn we weg. We kunnen altijd weer terug. De lucht is blauw, het water is blauw-groen, de wind waait een lekker briesje, maar de stroom staat tegen. We doen 4 uur over het stuk waar we daags daarvoor bij de eerste poging twee uur over deden… dat valt tegen. De stroom kentert pas om half drie in plaats van om half twee… hebben we fout gerekend. Ja, we hebben fout gerekend. Stroming wordt berekend op basis van de getijden tabel van DOVER en daar moet je voor franse zomertijd twee uur bij optellen. We hebben maar één uur opgeteld omdat we dat bij de andere franse getijdentabellen steeds moeten doen volgens de REEDS. Het boek, of liever gezegd, onze bijbel, waar alles in staat.

De sterkte van de stroom valt ook tegen. Als we drie knopen stroom tegen hebben in het begin, waarom krijgen we er dan niet drie mee als de stroom de andere kant opgaat? Ondertussen hebben alle drie de boten de motor bij staan om de snelheid toch een beetje op peil te houden. Wij hebben ondertussen een probleem, want er hangt iets aan de boot wat onze snelheid remt. We zetten de motor uit, draaien wat met de boot en starten weer. Dan gaat het weer als vanouds. Gelukkig.

Op éénderde van de afstand naar Cherbourg is er marifooncontact. De wind is naar west gedraaid en we kunnen niet meer zeilen in een rechte lijn naar Cherbourg. Laveren kost teveel tijd en getij. De wind neemt toe. Ixia en Mystell besluiten om te keren. Wij willen doorgaan en desnoods op de motor laat in Cherbourg aankomen. Met pijn in het hart gaan we uit elkaar. Van tevoren hebben we dit soort situaties besproken. Het moet  kunnen en het kan ook, maar toch is het niet leuk, juist nu John vandaag jarig is. We begrijpen heel snel elkaars standpunten. De "kinder"boot kan zich niet veel extra gedoe veroorloven. Wij nemen samen het besluit en daar is verder niemand van afhankelijk. We zien de zeilen van Ixia en Mystell in de verte wegglijden. Orisande dobbert nu alleen rond zonder kust in zicht.

We brommen tegen de westenwind in richting Cherbourg. Dat gaat steeds trager, hoewel we nu wel drie knopen stroom mee hebben. De golven worden hoger, meer dan anderhalve meter. De boot klapt af en toe zo hard op het water dat het naar is. De wind kruipt naar de 22, 23, 24, 25 tot en met 29 knopen ware wind. Dan hebben we het over 6 Beaufort, met stoten naar 7. Ook wij krijgen een ongemakkelijk gevoel.

Als we gaan redeneren komen we tot het volgende. Met dit tempo komen we met stroom tegen bij de Pointe de Barfleur. Dat is de punt voor Cherbourg waar we omheen moeten. De stroming is daar sterk. 3 knopen tegen is normaal. Als wij wind tegen hebben en stroom tegen dan is er een kans dat wij slechts 2 a 3 mijl per uur vooruit komen. Dat betekent dat de laatste 15 mijl midden in de nacht of vroege morgen ons ongeveer 5 uur gaat kosten. Als je dan ook nog meerekent dat de kans dat de wind nog meer toeneemt groot is gezien de ontwikkelingen en de weerberichten, dat kunnen we niet anders dan constateren dat we ook moeten opgeven. Immers de vermoeidheid zal ons dan parten spelen.

We zitten dus ergens midden op zee. Geen kust te zien. We brommen tegen golven en wind in en dan moeten we de alternatieven op een rijtje zetten. Rekenen en overwegen:
We gaan liever niet terug naar Fecamp of naar Dieppe. Kunnen we naar het zuiden? Naar al die kleine haventjes? Kunnen we daar naar binnen gezien de invaartijden meestal beperkt zijn tot 2 uur voor en twee uur na hoog water? Nu we halverwege de Seinebaai zijn kunnen we met ruime wind de 25 mijlen naar het Zuiden snel afleggen. Het getij zit dan wel weer tegen, maar het is wel rustig varen omdat we de wind bakstag hebben (schuin vanachter). We rekenen uit dat we Courseulles-sur-Mer zouden moeten kunnen halen. De aanloop is gevaarlijk bij donker en bij Noorden of Noord-Westenwind, maar  het alternatief is naar Le Havre of Dieppe of op zee blijven. We besluiten naar Courseulles te gaan.

We draaien een kwart slag om en een relatieve rust daalt op ons neer. De zeilen staan weer. De golven zijn nog steeds hoog maar glijden nu onder ons door. Zo zakt de zon achter ons de zee in. De uurtjes verstrijken en na een paar uur zien we de eerste Jan van Genten weer die aan het foerageren zijn, een enkele vissersboot en dan de lichtjes van bebouwing. gelukkig hebben we een goede plotter met een nachtstand zodat we de weg goed kunnen vinden in het donker.  We blijven nog steeds aangelijnd, want als er in het donker een van ons per ongeluk door een golf gegrepen wordt en over boord duikelt wordt het wel erg moeilijk zoeken in dat donkere water. Steeds rekenen we uit wat de ETA is. De Estimated Time of Arrival. Het is belangrijk dat we iets voor hoogwater bij Courseulles zijn.
We turen naar de lichten en zoeken een Quick Flash (60 flikkeringen per seconde) en een Isofase 4 wit licht (2 seconden aan en 2 seconden uit). Daar moeten we precies midden tussendoor.

Het is donker als we bij die lichten aankomen. Ik roep om 22:15 uur  via kanaal 9 op de marifoon de haven op en vraag wanneer we met onze diepte kunnen binnenvaren. Er komt nog een antwoord ook. We moeten nog een uur wachten voor een veilige doorvaart, dus brommen we weer terug. Nog net op tijd zie ik in het donker een vlaggetje van een kreeftenpot en ontwijk dat rotding. Doelloos in de rondte brommend proberen we elkaar moed in te spreken, we zijn erg moe en een beetje gespannen voor de ingang van de haven. Bij laagwater staat het daar 2 meter droog! De ingang is erg smal en er liggen twee rijen rotsblokken de zee in. De markering daarvan stamt nog uit de vorige eeuw en is door de kromming van de ingang moeilijk te zien in donker, de diepte valt weg. De stroming is behoorlijk, dus moet je goed mikken om veilig binnen te komen. We hebben nog niets gegeten en willen naar bed. gelukkig zijn er nu veel sterren en doden we dat laatste uur met het kijken naar de sterren en naar elkaar.

Om 23:00 sharp gaan we richting de ingang. JW stuurt en ik kijk op de plotter en geef aanwijzingen. Vlak voor ingang krijgt JW twijfels of hij goed zit en wil omdraaien. Ik geef instructie en hij moet op mij vertrouwen. Dat doet hij en even later ziet hij gelukkig ook dat alles OK is. Als een dronkeman brommen we de haven in, beetje naar bakboord, beetje naar stuurboord. De dieptemeter geeft even 2,9 meter aan. We zijn 2 meter diep, dus nog maar 90 centimeter onder de kiel. Dat lijkt wel veel, maar met zulke golven valt dat wel tegen. Gelukkig duurt dat maar heel even. En dan zijn we binnen. De bruglichten staan op rood, dus ik roep de brugwachter op. Gelukkig ligt die nog niet te slapen. Acuut gaan de lichten op groen en blijkt de brug al lang open te staan. Maar ja, dat kon ik echt niet zien. Als we de brug doorgaan zien we een heleboel mensen wachten en er wordt geapplaudisseerd als we voorbij komen. Waarom eigenlijk? Ik bedank het volk hartelijk en ga de stootwillen buitenboord hangen en de lijnen klaarleggen. Da's wel leuk binnenkomen zo. Het is hier in ieder geval rustig.

Als we liggen eten we snel wat oud stokbrood met kaas en nemen een Benedictine likeur uit het klooster van Fecamp. Wat smaakt dat verrukkelijk! Dan kruipen we nog na-dobberend in onze kooi.
Het is wel eenzaam zonder onze vrienden, maar ook wel even lekker rustig. We sms-en elkaar nog even en weten dan dat iedereen veilig is.

Filmpje volgt binnenkort!

Francisca en Jan Willem

zondag 29 augustus 2010

La Solitaire du Figaro 2010

Toen wij aan het vakantie vieren waren, waren er nog een paar andere jongens en meisjes lekker aan het zeilen. De single-handed "La Solitaire du Figaro 2010". 
Zij voeren op het zelfde moment in de regio waar wij ook zaten. We zagen in ieder geval dezelfde golven.

Helaas mochten wij niet meedoen, omdat we met zijn tweeën waren! Anders had het er zo ongeveer uitgezien:



Passage de Wolf Rock, La Solitaire du Figaro 2010


Klik hier voor meer video's, foto's en audio over "La Solitaire du Figaro 2010"

zaterdag 28 augustus 2010

Weer thuis

Diner bij Volkeraksluis
Vanaf Middelburg ging het naar de Volkeraksluis. Donkeren luchten en "het stront waaide weer van de diek". We zijn ondertussen gewend aan wind tussen de 20 en 30 knopen. Het was uitermate rustig op het water; op het Veerse meer, op de Oosteschelde en verder. 


Bij de Volkeraksluis kwam nog een half uurtje de zon. We besloten een flesje open te trekken, een lekkere maaltijd te nuttigen en de laatste vakantiedag te vieren. Dat lukte prima. Vervolgens hebben we ons best gedaan om onze boeken nog uit te lezen voordat we weer naar huis gingen, dat lukte niet helemaal omdat de ogen alweer dichtvielen.


Na de Haringvlietbrug stoomden we op naar Stad aan het Haringvliet, onze thuishaven. In het Hellegat waren de golven alweer op zeehoogte, wat een geklots. Gelukkig worden we er niet meer warm of koud van. Op weg naar Stad kwamen we de Dehlerclub tegen, waar wij ook lid van zijn. Die hadden hun zeilwedstrijd "Rondje Tiengemeten". Een mooi gezicht!


Om een uur of twee waren we weer in de haven. Nog maar koud aangelegd kwamen de eerste belangstellenden toestromen om onze verhalen uit de eerste hand te vernemen. De steiger zonk bijna...  


En dat waren dus de sterke verhalen van deze reis. Bedankt dat jullie zo enthousiast reageerden! En leuk dat jullie meeleefden!


Maar... we stoppen niet, we gaan gewoon verder... want voor ons eindigt het seizoen pas als het gaat vriezen! Dus, blijf ons volgen en blijf vooral gezouten en ongezouten commentaar geven! 


Francisca



donderdag 26 augustus 2010

Jan Maaijen en geografische zeilers clans


Van Nieuwpoort naar Middelburg.Na de eerste afscheidsronde op het terras in  Nieuwpoort zijn Ixia en Mystell naar Stellendam vertrokken. Wij vertrekken op woensdag 25 augustus naar Middelburg om aldaar wat familie te zien, spreken en te beknuffelen.

Deze dag is DE DAG voor veel zeilers om thuis te komen. De afgelopen dagen was het niet zeilbaar weer en de komende dagen zal dat ook zo zijn. En dat hebben we geweten. Een complete exodus is het gevolg. Via Nieuwpoort langs Oostende, Blankenberge, Zeebrugge en Breskens arriveren we bij de sluis in Vlissingen. We willen in Middelburg overnachten.


In het Kanaal door Walcheren zijn we met achttien jachten. De dame van de regie op de sluis in Vlissingen zorgt voor een goed verloop van de verplaatsing van deze kudde door alle bruggen en sluizen. Ze beantwoordt via de marifoon heel tactisch de vragen van de zeilers die liggen te wachten. dat zijn soms tamelijk domme en ongeduldige vragen. In ieder geval is deze marifoon communicatie erg vermakelijk als je moet wachten. 


Vorig jaar kregen wij van broer Erik een rondleiding over het sluizencomplex van Vlissingen. Hij doet de elektronica van de sluizen en het systeem dat bruggen en sluizen met elkaar verbindt. In Vlissingen worden alle sluizen en bruggen van het Kanaal door Walcheren bediend tot en met de Zeelandbrug. 
Sinds die excursie wachten wij niet meer voor rood-groene lichten bij bruggen en sluizen, zwaaien we niet meer naar sluiswachters die er toch niet zijn en scheuren we zo snel mogelijk de brug door. We zijn niet meer bang dat we voor onfatsoenlijk of bandeloze zeilers worden uitgemaakt. Als de vaarweg beheerder structureel excursies voor zeilverenigingen of loslopende zeilers zouden organiseren op de sluis in Vlissingen (of een simulatie daarvan) dan zou dat zeker een vlotte gang van zaken bij de passage van pleziervaart ten goede komen…


En dan nog even iets over die zeilers…De grap is dat de zeilgemeenschap tijdens de zomervakanties is onderverdeeld in geografische zeilers clans. Bij de sluis in Vlissingen komen we dezelfde lieden weer tegen als in Boulogne. In "De Kemel" het oergezellige zoldertje met vers bier van watersport vereniging "de Arne" idem dito. We zwaaien naar elkaar alsof we elkaar jaren niet gezien hebben. En zoals in elke familie zijn er ook wat minder enthousiaste clan-leden, maar die varen we normaliter gewoon voorbij. 


In Middelburg heeft broer Erik, die nog wat voor de havenmeester moet doen aan de brug, een box voor ons geregeld in de MaaisBaai. Het gedeelte van de haven wat ooit vernoemd is naar de walvisvaarder Jan Maaijen (Jan Maaijens Baai = Maaisbaai). Daar zijn we erg blij mee gezien de drukte bij de havenmeester en in de voorhaven.
Nog maar net aangemeerd komt mijn Walcherse familie aanrijden. Van alle restjes uit onze voorraadkisten maken we tapas en drinken we overheerlijke meegebrachte wijn. Als het begint te regenen zakken we af naar de kajuit waar we overgaan op het pannenkoeken met kaas en spek gedeelte en besluiten me de Benedictine uit Fecamp.


Wanneer we na de maaltijd en het afscheid van onze familie nog even de benen strekken zien we dat de Ziga Ziga en Merino ook gearriveerd zijn in Middelburg. Dat zijn de boten van Hennie en Tonnie, die ons 's nachts binnenhaalde na onze heftige tocht van Courseulles-sur-mer naar Fecamp, waarmee we hebben gezongen en gedronken in de kajuit in Boulogne, die we tegenkwamen in Saint Valery… Per ongeluk nemen we even de trap naar "De Kemel" alwaar we het zootje ongeregeld in blakende toestand aantreffen. Zonder geld op zak komen we toch aan een drankje met onze zeefamilie. Aan de toog worden de laatste verhalen door genomen zowel in het vrouwen- als mannengedeelte. Als de eerste begint te gapen verplaatst eenieder zich naar de eigen kooi. 


Francisca

dinsdag 24 augustus 2010

Familie

Nieuwpoort, dag 2 (24 augustus)

Als we wakker worden lijkt het ideaal weer: zonnetje, matig windje. Maar schijn bedriegt. Alle weersvoorspellingen melden dat het 's middags weer hard gaat waaien. We zijn er snel uit. Vandaag gaan we nog even zalig nietsdoen, en morgen maken we van een tijdelijk afnemen van de wind gebruik om naar Vlissingen of Middelburg te komen. Na wat rekenwerk komen we tot een vertrektijd van half negen. Eerst even stroom tegen, maar bij de aanloop van Vlissingen een stevige stroom mee. Onze reisgenoten van de Mystell en de Ixia  hebben meer haast. Ze zijn van plan om morgen naar Stellendam door te gaan, een kleine 80 mijl. Ziga Ziga en Merino, die we op de een of andere manier steeds weer treffen, hebben hetzelfde idee als wij.

Vanmiddag hebben we met z'n allen een winderig terras op het marktplein van het oude Nieuwpoort onveilig gemaakt.Met z'n allen is in dit geval heel veel. Met slecht weer wordt je als rondzwervende zeilers als vanzelf een soort familie. Een heel gezellige familie bovendien.En dan is de dag zomaar weer bijna voorbij. Nog even wat eten,lezen en weer slapen. 

Jan Willem

Verwaaid in Nieuwpoort

24 augustus. De paardjes ruiken de stal. Ixia, Mystell en Orisande willen weer naar huis, maar kunnen niet!  Er is teveel wind en er wordt nog meer voorspeld. 


We liggen nu in het Belgische Nieuwpoort. Eergisteren zijn we vanaf Boulogne hier naar toe gekomen. De ronding van Cap Griz Nez en Cap Blanc Nez was een makkie. Jammer dat de zon niet scheen, maar door de zware bewolking was het wel weer helemaal anders dan de andere keren dat we hier kwamen. Zie foto van Ixia.


Gisteren woei het hier over de 30 knopen. Stormachtig dus. Met de Kusttram reden we met zijn allen naar het strand en daar genoten we van het geweld van wind en golven. Na een scrubbeurtje van zand hebben we daarna twee flessen prima cava leeg gedronken op de Mystell die we gratis mochten ontvangen via een bon in het blaadje van de Koninklijke Yachtclub van Nieuwpoort.


En nu wachten we op beter weer en maken plannen voor de laatste dagen van onze vakantie.


Francisca 

zondag 22 augustus 2010

Over weersvoorspellingen en Franse sluizen



19 augustus. Een dagje rust in Fécamp kon na de waterige en woeste tocht van de dag en avond ervoor geen kwaad. Al is 'rustig' in die haven een relatief begrip. De deining van zee rolt de haven binnen, weliswaar gedempt, maar de koffie klotst uit je beker als je even niet oplet. We besteden veel aandacht aan het vastleggen van de boot. Niet omdat ie zou wegwaaien, maar wel om zo rustig mogelijk te liggen. Na enig experimenteren rukt Orisande niet meer zo hard aan haar lijnen. Er kan geslapen worden.


De weersvoorspelling voor de volgende dag ziet er vrij aardig uit. Ja Ja, maar die kennen we. Nu zijn we wat voorzichtiger geworden met de interpretatie. Vaak stond er veel meer wind dan verwacht, en ook nog uit een andere richting. De tocht naar Le Tréport is 44 mijl lang. Met een bakstagwind van ongeveer 4 Bft, de stroom grotendeels mee en een zonnetje op het hoofd is het goed uit te houden. Helaas moeten we op het laatste stuk toch nog brommen.


Le Tréport is een getijdehaven  waar je twee uur voor en na laag water niet in kan. Natuurlijk hebben we goed gerekend en zijn we op tijd. Om de 'port de plaisance' te bereiken moeten we een sluis door. John meldt ons drieën via de marifoon. Geen antwoord. Wel een hoop onverstaanbaar Frans. Wachten dan maar. De tactiek van de sluismeester is eenvoudig: vissers en rondvaartboten eerst. Die varen door de rode lichten naar binnen, en dan gaan ze voor ons op groen. Blij varen we bij groen licht achter elkaar naar de sluis. Mystell kan net achter een vissersboot nog naar binnen, maar Ixia en wij niet. We varen achteruit het toegangskanaal weer uit. Bij het volgende groene licht proberen we het weer. Wij kunnen er net in, achter de rondvaartboot en naast een vissersboot met grote stalen apparaten buitenboord. Het kan allemaal net. Het haventje is erg klein. Er is nog maar net plaats voor onze drie boten.


De volgende dag is het mooi weer. We laten ons door de 'funiculaire' door de krijtrotsen heen omhoog hijsen. De beloning is een geweldig uitzicht over het plaatsje en de zee. Le Tréport heeft een heel eigen sfeer. De opmerkelijke en soms bizarre bebouwing zal daar zeker aan mee werken. Onze wandeling over de falaises brengt ons eigenlijk nergens. Bij terugkomst afkoelen in zee frist goed op. Bij de voorhaven zien we dat die nu grotendeels droog ligt. Heel gewoon, maar het blijft wonderlijk om te zien dat waar je eerder ronddobberde met vier meter water onder de kiel nu alleen nog maar modder is.


Binnenkomen in de haven was al een hele toer, maar we moeten er ook weer uit. Volgens de sluiswachter kan dat de volgende dag (het is dan 21 augustus) vanaf kwart voor acht. We melden ons op de afgesproken tijd, maar ook nu geldt dat vissersboten eerst mogen. Dan worden we geconfronteerd met het verschijnsel sluisjevaren op zijn Frans. Eerst de vissersboot, dat is duidelijk. Daarnaast twee kleine lokale bootjes, zo dachten wij, en dan wij. De sluismeester staat erbij en kijkt er naar. De lokalen blijven treuzelen. Wij niet. Eerst varen wij de sluis in, achter de visser. Ixia stuurt de sluis in, maar is te breed om naast de visser te kunnen liggen. Mystell kan er niet meer bij. De sluismeester maakt met veel misbaar duidelijk dat wij naast de visser hadden moeten liggen. Had dat dan eerder gezegd! Had overigens niets geholpen, want ook wij zijn te breed, het past gewoon niet. De eerste lokale, een zeilboot van pakweg zes meter, komt naast ons. Hij geeft keurig een veel te kort voor en een vies  lijntje achter, en laat de zorg voor zijn boot geheel aan ons over. Hij heeft alleen nog maar aandacht voor zijn zeilen en zijn vistuig. Dat de tweede lokale die bij ons langszij kwam met zijn anker gaatjes prikt in zijn buitenboordmotor ziet hij dus niet. Maakt niet heel veel uit, de motor leek eraan gewend te zijn. Uiteindelijk komen wij er zonder krassen vanaf. Mystell moet nog een ronde wachten.


De weer- en watergoden zijn ons nu even goed gezind. Op naar Boulogne. De van achter komende golven worden steeds groter. De wind neemt zoveel af dat het zeil, ondanks een stevige wind, niet meer blijft staan. Het slaat met veel lawaai heen en weer, alsof je een gigantische theedoek uitklopt. Slecht voor het zeil en slecht voor de zenuwen. Eraf dus, en op de motor naar Boulogne. Het lijkt wel kermis, maar dan permanent. Zonder de stabiliserende werking van het zeil  slingert de boot nog heftiger, in een paar seconden van 35 graden helling over bakboord naar 35 graden helling over stuurboord. Na twee uur rollercoasteren naderen we de golfbrekers van Boulogne.  Dan wordt pas het echt gezellig: elke zojuist langsgekomen golf komt door de weerkaatsing op de muur nog een keer langs. Het is een ware heksenketel, maar het duurt niet lang. Binnen is het rustiger, in de haven is het zelfs erg rustig. Er is plaats genoeg, en dat is lang niet altijd zo in deze haven. 40 liter diesel bijgevuld. Morgen weer verder, bestemming Duinkerken, of bij goede omstandigheden Nieuwpoort. Wat het wordt horen jullie later…


Jan Willem

woensdag 18 augustus 2010

Jan van Genten


Gisteren zijn we van Courseulles sur Mer vetrokken naar Fécamps. Om half vier 's middags vertrokken, want eerder konden we niet de haven uit en om 23:00 uur ware we in Fécamps. De dag leek zo mooi: een zuidwestenwindje, niet al te hard, een lekker strak zeetje. Het liep weer anders dan verwacht.
Nog maar net buitengaats zagen we de windmeter alweer oplopen. Het lijkt wel alsof God de windknop ff een standje hoger zet als wij uitvaren. Maar goed de windrichting was redelijk. We konden voor de wind kruisen en met een ritje erin ging dat prima. De stroom hadden we het grootste stuk van de tocht mee.


Halverwege grote golven, veel meer wind, regen, slecht zicht… wat wil je nog meer? We raken er aan gewend. Een kopje soep maken of een bordje macaroni wegwerken is er dan niet bij. We leven dan op water, kerstomaatjes en biscuitjes. Bij Cape Antifer werd het vervelend. Ee golven waren zo hoog dat ons bootje meer een surfplank leek dan een zeilboot. We liepen af en toe uit het roer voor de wind. Na het weghalen van de fok ging het beter.
Alleen de snelheidsmetertjes begonnen vreemd te doen. In plaats van knopen stond de meter opeens op kilometers per uur en een paar minuten later was het weer andersom… Het licht van de meters was ook uitgevallen…
Toen was het even niet leuk meer. Van mij mocht het ophouden. Geen zin meer. En toen waren daar weer de Jan van Genten… die vlogen gezellig om ons heen. Hier en daar een visje graaiend.


Die beesten zorgen bij mij altijd voor natte ogen. Wel blije natte ogen. Drie jaar geleden overleed mijn vader in juli. Vrij snel daarna maakten we een zeiltocht naar St. Valerie en Caux, dus ongeveer dezelfde route als nu. Bij Le Treport vlak voor Dieppe hadden we het ook even moeilijk. We zaten aardig aan lagerwal door een verkeerde keuze en moesten uren opboksen tegen wind, golven en onszelf. Ik was bang en moe. Toen kwam er een koppel Jan van Genten in formatie overvliegen en ze vlogen een heel eind met ons mee. Dat gaf op een of andere manier een prettig gevoel. Net alsof we in de gaten gehouden werden. Ik legde het verband met mijn hemelende vader. Ik wllde zo graag een teken dat hij mij toch nog een beetje in de gaten hield. En dat teken waren die Jan van Genten die met ons mee vlogen. En zo maak ik mijn eigen troost-momentjes.
Als ik die beesten nu weer zie dan is dat heel fijn en ontroerend. Het is net of de geest van mijn vader vertegenwoordigd is in die Jan-van-Genten.


Toen we de Cap Antifer voorbij waren en meer richting het westen zeilden, viel de avond in. Gelukkig werden de golven en de wind wat minder omdat we wat meer beschutting kregen van de kapen. Toen het donker werd en we de laatste 10 mijl de stroom tegen hadden zijn we maar gaan zingen in de regen… dat hielp enorm, dan moet je nadenken over teksten en dergelijke en dan gaat de tijd sneller. We werden halverwege nog via de marifoon opgeroepen door de Ziga Ziga van Hennie, die al in Fecamp lagen en we kregen een sms-je van John met de Mystell. Dat was heel opbeurend. Vooral als je je in "thé midle of knowwhere" bevindt.


De haven was niet moeilijk te vinden. Ik had de havenlichten al meerdere malen gefilmd en gefotografeerd. Het was wel erg hobbelig om binnen te komen. JW stuurde met de zekerheid van een geroutineerde kapitein de boot naar binnen en ik filmde de aankomst. Op de steiger stond de hele bende piraten waar we deze vakantie mee optrokken: John, Jos, Tonnie, Henny, dat was een heerlijke aankomst. Na ons welverdiende bordje macaroni doken we nog even de kajuit in van de Ziga, Ziga alwaar het hele piratencorps, inclusief de meiden gezellig zaten bij te praten. We hadden elkaar immers drie dagen niet gezien! Na een snelle borrel moe maar tevreden de kooi in... En de nacht... het stront waaide weer van de klif... weinig zin om op te staan.. maar het wonder is geschied: het is nu prachtig weer!


Francisca





zondag 15 augustus 2010

Zomerschool "kustnavigatie"

Zondag 15 augustus, Courseilles-sur-Mer


Vakantie in de Seinebaai per zeilboot staat ongeveer gelijk aan zomercursus kustnavigatie. Als het regent zoals op dit moment, geeft dat helemaal niets dan kun je je storten op de evaluatie van alle foute berekeningen en je voorbereiden op de mogelijkheden voor de komende dagen.


Voor degeen die nog niet gezeild hebben in de Seinebaai zal ik bovenstaande even toelichten. We zijn trouwens nog steeds stijf en moe van ons nachtelijk avontuur, dus het is helemaal niet erg dat het even rotweer is. Trouwens gisteravond wel genoten van een fantastische vuurwerk op de pier. Vanaf de "Orisande" konden we dat goed volgen!


Zoals al eerder opgemerkt hebben we te maken met hoogwater, laagwater, getijstroming, wind en meteorologische effecten op een en ander, zoals de sterkte van de wind. Die kan het hoogwater bij een bepaalde haven met een uur per Beaufort wind vervroegen of vertragen, want dat hangt dan weer van de windrichting af. Dan doet de maan ook nog een potje mee. Ongeveer 2 dagen na volle maan is het springtijd, dus als je ergens een haventje wil binnenlopen waar het volgens de kaart, kiele kiele is voor wat betreft de diepte, moet je je toch even achter de oren krabben en vooral goed gaan rekenen of je niet vast gaat lopen.


Fecamps kun je altijd in volgens de zeilersverhalen, maar ja toen het vorige week net springtij was kon Ixia toch echt niet verder en wij hadden ook maar een paar decimeter onder de kiel.


En verder kun je je nog druk maken over luchtdruk die alles beïnvloedt


Vanmorgen, toen het Fête de Mer was afgelast wegens de regen ben ik uit gaan rekenen hoe de stroming nu loopt in de Seinebaai. Dat doe je dan met behulp van de wybertjes in de kaart. Op een bepaalde plek in zee staat aangegeven hoe de hoek van de stroming is op een bepaald tijdstip ten opzichte van een referentiehaven. Bijvoorbeeld Le Havre. Zo kan je uitrekenen hoe de stroming staat 1 uur voor Hoogwater in Le Havre of twee uur voor Hoogwater etcetera. 
Om 15:00 uur dacht ik dat ik gek werd omdat mijn berekeningen niet klopten met de Reeds, maar wat bleek. De stroming vlak aan de kust bij Courseuilles, waar we nu zijn, is behoorlijk anders dan wat noordelijker de Seinebaai in. Dat komt door de "neer" de bocht die in de baai zit… Dus toen we van dewelke berekenden dat we met tegenstroom naar Ouistreham konden was dat ook fout als je strak langs de kust zou varen… volgende keer beter dus. De sterkte van de stroming valt hier reuze mee dus eigenlijk is het niet zo heel erg belangrijk, maar het is wel prettig als je greep hebt op de natuur!


En dan nog de diepte van het water, de co-officiënt van het getij… daar snap ik nog niks van. Soms rijst het water heel snel en soms heel langzaam, soms wordt het twee keer hoogwater… achter elkaar… Nu zijn daar gelukkig ook computerprogramma's voor. Ik gebruik nu Mr. Tides op mijn Apple Macbook Pro en volgen de Reeds kun je ook kijken bij www.ukho.gov.uk/easytide voor gratis getijden programma's. Er zijn allerlei manieren om de hoogte van het water op een bepaald moment op een bepaalde plek te berekenen, maar nu heb ik ff geen zin meer.


Francisca

zaterdag 14 augustus 2010

Deauville, Cherbourg ...

Deze dag zouden we Deauville/Trouville gaan in de Seine baai, vlak onder Le Havre en Honfleur. 6:00 was de vertrektijd.

Op dat tijdstip stonden John, Jos en Astrid op de steiger omdat ze die nacht niet geslapen hadden wegens heftige wind. Wij hadden niks gehoord. Oordoppen helpen tegen meeuwen, brandweerauto's en tegen harde wind. Het woei inderdaad flink. "We gaan niet" was de boodschap, teveel wind, teveel golven. OK, dat was duidelijk. Dus werd een palaver gehouden om 6:00 uur in de morgen. We spraken af  om nog even te gaan slapen en na het laag water in Fecamp naar Dieppe terug te toeren. De wind werkt niet erg mee.

Dan lig ik in bed en kan de slaap niet vatten… TERUG… anmenooitniet. Dat is het gevoel wat boven komt. Een heel jaar hier naar toe leven, en dan terug? We zullen die wind krijgen… Ik stap uit mijn kooi en ga wandelen. Het begint te schemeren. Boos, verdrietig, verward, gedoe, moeilijke keuzes, zijn we schijters of zit het gewoon tegen, wat is verstandig, wanneer moet je het proberen? hebben we alles overwogen? wat doe ik met dat "faal"-gevoel als we terug gaan? als ik niet terug wil wat dan? Pas ik me aan aan de groep of niet?

Na een flinke koude wandeling besluit ik eerst JW en dan de groep te vertellen dat ik echt niet terug wil naar Dieppe. Dat ik liever nog een paar dagen wacht met de kans op beter weer en een oversteek naar Cherbourg of Brighton. Het praten over mijn emotie en een stralende zon op dat moment doet de rest. John gooit in de groep dat we misschien nu naar Cherbourg kunnen. Immers, de nieuwe weerberichten hangen bij de Capitainerie en de wind is vandaag Noord en Noord-west 3 tot 4. Met een beetje doorkachelen kunnen we vannacht rond 24:00 uur binnen zijn in Cherbourg.

Binnen een half uur zijn we weg. We kunnen altijd weer terug. De lucht is blauw, het water is blauw-groen, de wind waait een lekker briesje, maar de stroom staat tegen. We doen 4 uur over het stuk waar we daags daarvoor bij de eerste poging twee uur over deden… dat valt tegen. De stroom kentert pas om half drie in plaats van om half twee… hebben we fout gerekend. Ja, we hebben fout gerekend. Stroming wordt berekend op basis van de getijden tabel van DOVER en daar moet je voor franse zomertijd twee uur bij optellen. We hebben maar één uur opgeteld omdat we dat bij de andere franse getijdentabellen steeds moeten doen volgens de REEDS. Het boek, of liever gezegd, onze bijbel, waar alles in staat.

De sterkte van de stroom valt ook tegen. Als we drie knopen stroom tegen hebben in het begin, waarom krijgen we er dan niet drie mee als de stroom de andere kant opgaat? Ondertussen hebben alle drie de boten de motor bij staan om de snelheid toch een beetje op peil te houden. Wij hebben ondertussen een probleem, want er hangt iets aan de boot wat onze snelheid remt. We zetten de motor uit, draaien wat met de boot en starten weer. Dan gaat het weer als vanouds. Gelukkig.

Op éénderde van de afstand naar Cherbourg is er marifooncontact. De wind is naar west gedraaid en we kunnen niet meer zeilen in een rechte lijn naar Cherbourg. Laveren kost teveel tijd en getij. De wind neemt toe. Ixia en Mystell besluiten om te keren. Wij willen doorgaan en desnoods op de motor laat in Cherbourg aankomen. Met pijn in het hart gaan we uit elkaar. Van tevoren hebben we dit soort situaties besproken. Het moet  kunnen en het kan ook, maar toch is het niet leuk, juist nu John vandaag jarig is. We begrijpen heel snel elkaars standpunten. De "kinder"boot kan zich niet veel extra gedoe veroorloven. Wij nemen samen het besluit en daar is verder niemand van afhankelijk. We zien de zeilen van Ixia en Mystell in de verte wegglijden. Orisande dobbert nu alleen rond zonder kust in zicht.

We brommen tegen de westenwind in richting Cherbourg. Dat gaat steeds trager, hoewel we nu wel drie knopen stroom mee hebben. De golven worden hoger, meer dan anderhalve meter. De boot klapt af en toe zo hard op het water dat het naar is. De wind kruipt naar de 22, 23, 24, 25 tot en met 29 knopen ware wind. Dan hebben we het over 6 Beaufort, met stoten naar 7. Ook wij krijgen een ongemakkelijk gevoel.

Als we gaan redeneren komen we tot het volgende. Met dit tempo komen we met stroom tegen bij de Pointe de Barfleur. Dat is de punt voor Cherbourg waar we omheen moeten. De stroming is daar sterk. 3 knopen tegen is normaal. Als wij wind tegen hebben en stroom tegen dan is er een kans dat wij slechts 2 a 3 mijl per uur vooruit komen. Dat betekent dat de laatste 15 mijl midden in de nacht of vroege morgen ons ongeveer 5 uur gaat kosten. Als je dan ook nog meerekent dat de kans dat de wind nog meer toeneemt groot is gezien de ontwikkelingen en de weerberichten, dat kunnen we niet anders dan constateren dat we ook moeten opgeven. Immers de vermoeidheid zal ons dan parten spelen.

We zitten dus ergens midden op zee. Geen kust te zien. We brommen tegen golven en wind in en dan moeten we de alternatieven op een rijtje zetten. Rekenen en overwegen:
We gaan liever niet terug naar Fecamp of naar Dieppe. Kunnen we naar het zuiden? Naar al die kleine haventjes? Kunnen we daar naar binnen gezien de invaartijden meestal beperkt zijn tot 2 uur voor en twee uur na hoog water? Nu we halverwege de Seinebaai zijn kunnen we met ruime wind de 25 mijlen naar het Zuiden snel afleggen. Het getij zit dan wel weer tegen, maar het is wel rustig varen omdat we de wind bakstag hebben (schuin vanachter). We rekenen uit dat we Courseulles-sur-Mer zouden moeten kunnen halen. De aanloop is gevaarlijk bij donker en bij Noorden of Noord-Westenwind, maar  het alternatief is naar Le Havre of Dieppe of op zee blijven. We besluiten naar Courseulles te gaan.

We draaien een kwart slag om en een relatieve rust daalt op ons neer. De zeilen staan weer. De golven zijn nog steeds hoog maar glijden nu onder ons door. Zo zakt de zon achter ons de zee in. De uurtjes verstrijken en na een paar uur zien we de eerste Jan van Genten weer die aan het foerageren zijn, een enkele vissersboot en dan de lichtjes van bebouwing. gelukkig hebben we een goede plotter met een nachtstand zodat we de weg goed kunnen vinden in het donker.  We blijven nog steeds aangelijnd, want als er in het donker een van ons per ongeluk door een golf gegrepen wordt en over boord duikelt wordt het wel erg moeilijk zoeken in dat donkere water. Steeds rekenen we uit wat de ETA is. De Estimated Time of Arrival. Het is belangrijk dat we iets voor hoogwater bij Courseulles zijn.
We turen naar de lichten en zoeken een Quick Flash (60 flikkeringen per seconde) en een Isofase 4 wit licht (2 seconden aan en 2 seconden uit). Daar moeten we precies midden tussendoor.

Het is donker als we bij die lichten aankomen. Ik roep om 22:15 uur  via kanaal 9 op de marifoon de haven op en vraag wanneer we met onze diepte kunnen binnenvaren. Er komt nog een antwoord ook. We moeten nog een uur wachten voor een veilige doorvaart, dus brommen we weer terug. Nog net op tijd zie ik in het donker een vlaggetje van een kreeftenpot en ontwijk dat rotding. Doelloos in de rondte brommend proberen we elkaar moed in te spreken, we zijn erg moe en een beetje gespannen voor de ingang van de haven. Bij laagwater staat het daar 2 meter droog! De ingang is erg smal en er liggen twee rijen rotsblokken de zee in. De markering daarvan stamt nog uit de vorige eeuw en is door de kromming van de ingang moeilijk te zien in donker, de diepte valt weg. De stroming is behoorlijk, dus moet je goed mikken om veilig binnen te komen. We hebben nog niets gegeten en willen naar bed. gelukkig zijn er nu veel sterren en doden we dat laatste uur met het kijken naar de sterren en naar elkaar.

Om 23:00 sharp gaan we richting de ingang. JW stuurt en ik kijk op de plotter en geef aanwijzingen. Vlak voor ingang krijgt JW twijfels of hij goed zit en wil omdraaien. Ik geef instructie en hij moet op mij vertrouwen. Dat doet hij en even later ziet hij gelukkig ook dat alles OK is. Als een dronkeman brommen we de haven in, beetje naar bakboord, beetje naar stuurboord. De dieptemeter geeft even 2,9 meter aan. We zijn 2 meter diep, dus nog maar 90 centimeter onder de kiel. Dat lijkt wel veel, maar met zulke golven valt dat wel tegen. Gelukkig duurt dat maar heel even. En dan zijn we binnen. De bruglichten staan op rood, dus ik roep de brugwachter op. Gelukkig ligt die nog niet te slapen. Acuut gaan de lichten op groen en blijkt de brug al lang open te staan. Maar ja, dat kon ik echt niet zien. Als we de brug doorgaan zien we een heleboel mensen wachten en er wordt geapplaudisseerd als we voorbij komen. Waarom eigenlijk? Ik bedank het volk hartelijk en ga de stootwillen buitenboord hangen en de lijnen klaarleggen. Da's wel leuk binnenkomen zo. Het is hier in ieder geval rustig.

Als we liggen eten we snel wat oud stokbrood met kaas en nemen een Benedictine likeur uit het klooster van Fecamp. Wat smaakt dat verrukkelijk! Dan kruipen we nog na-dobberend in onze kooi.
Het is wel eenzaam zonder onze vrienden, maar ook wel even lekker rustig. We sms-en elkaar nog even en weten dan dat iedereen veilig is.

Filmpje volgt binnenkort!

Francisca en Jan Willem

woensdag 11 augustus 2010

Grietje Sprot en de Benedictijnen

Na ons avontuur van gisteren hadden we nog een lange dag te gaan. Bij het palaver kon er geen besluit genomen worden over vandaag, behalve dat het weer een rustdag zou worden in Fecamp. 
De wind blijft maar uit het Westen komen en dat betekent dat een flinke tocht naar het westen geen optie is. Cherbourg blijft liggen waar het ligt en wij ook. Naar het Oosten kunnen we niet, daar is alleen maar land. Naar het Noorden betekent dat we aan het teruggaan zijn, dat is een te zware psychische belasting :-), immer dan moeten we onze bestemmingsdoel opgeven en dat doet pijn. Dan blijft het Zuiden over. 


Als we naar het Zuiden gaan kunnen we naar Le Havre, maar da's te industrieel, naar Honfleur, maar da's te toeristisch, naar Port-en-Bessin, Courseulles-sur-Mer, Quistreham, Dives-sur-Mer of Deaville, Trouville, maar daar kun je alleen met hoogwater binnen lopen. Aan het puzzelen dus. Behalve de hoogte van het water in de plaats van bestemming moeten we ook de hoogte van het water hier in Fecamp in de gaten houden. Wij kunnen pas anderhalf uur na laagwater de haven verlaten en Jos pas 2 uur na of voor laagwater…


Henny en Tonny gingen naar Courseulles-sur-Mer en daar hadden wij ook wel zin in, maar ja dan zouden we pas vanavond om half elf kunnen binnenlopen. Dan is het al donker en als je een nieuwe haven bij donker aanloopt, waarbij je op de kaart ziet dat er ook nog wat rotsen voor de ingang liggen ga je toch twijfelen of dat een verstandig besluit is. Dan gaat het om besluiten nemen op basis van gevoelens. De één voelt zich wel zeker om zoiets in het donker te doen en de ander niet. Op dit moment passen we ons aan aan de groep. het is te gezellig.


Henny en Tonny (en José en Ina) komen we wel weer ergens tegen. Gisteravond hebben we trouwens aan boord van de Ziga Ziga van Henny een geweldige en hartverwarmende avond gehad. Zo heerlijk ongecompliceerd, gezongen en gebabbeld, gelachen en gedronken. Tonny speelde een paar keer op zijn trekzak Noorse en Franse melodieën. Het was een genot om naar zijn gezicht te kijken. De melancholische muziek voerde ons terug naar gevoelens van tevredenheid en het plezier van samenzijn in de puurste vorm. Ik mocht tussendoor de coupletten zingen van Molly Malone, oftewel Grietje Sprot. Mijn tekstvastheid is toch wat minder geworden merk ik, maar daar gaat weer aan gewerkt worden.


Vandaag was het lekker weer. De zon scheen, de lucht was blauw, we hadden lekker geslapen, maar we zouden niet uitvaren… Henny en Tonny wel. dat wrong een klein beetje, maar we legden ons erbij neer. We hebben het benedictijner klooster bezocht en van de likeur geproefd die daar gemaakt wordt.


Nu zijn we weer terug. Na het eten moet ik nog even naar MacDonalds voor gratis WIFI om te Skypen met mijn allerliefste kuikentje. 


Francisca

dinsdag 10 augustus 2010

Met 6 BFT op het toilet gaat niet lekker

10 augustus (dinsdag)


Gisteravond besloten we naar Cherbourg te gaan. De wind was redelijk. Een 4 Beaufort uit ZW, NW en Zuid. Van Fecamp naar Cherbourg is het 80 nautische mijlen naar het Westen, 12 uur zeilen of anderszins varen met een gemiddelde snelheid van 6 knopen (6 mijl per uur). 


We hadden uitgerekend dat we om 17:00 uur uiterlijk in Cherbourg moesten zijn omdat we dan bij het "Pointe de Barfleur" de stroom mee zouden hebben. Da's belangrijk omdat het getijde verschil in die contreien nogal van invloed is op de voortgang. Als je 6 knopen door het water gaat en je hebt een stroom van 3 knopen tegen, dan schiet het niet op. En als je al 9 uur zit te hobbelen op zee wil je niet dat die laatste mijlen tergend langzaam gaan. Dan snak je naar een glaasje wijn of een een biertje met je benen omhoog in de haven.


Natuurlijk hebben we met de anderen heel veel gepalaver over wel dan niet gaan. Uren worden gevuld met praten over kansen en mogelijkheden, over diverse opties en situaties die zich kunnen voortdoen, over berekeningen, havendiepten, getijden, stroming, het weer, de tijd en noem maar op. 


Om 5:10 vanmorgen vertrokken we. Het was nog donker en we hadden er zin in. Gisteravond waren we vroeg de koffer in gedoken en vandaag zouden we om de beurt al zeilende een tukje doen. Ik had al een stapel Libelle's klaargelegd om te ontspannen als ik "vrij" had, zodat ik makkelijk de slaap zou vatten.


Het liep allemaal anders. Buitengaats binnen het licht van de vuurtorens was het nog zo'n 4 Beaufort; 12 a 16 knopen wind. Ik maakte relaxed ons ontbijt klaar en we namen een kopje thee. Nadat we het zeil gehesen hadden en het licht werd kroop de wind op, stukje bij beetje. Toen de wind steeds zo tussen de 25 en 28 knopen ware wind bleef staan (dus niet de schijnbare wind, die je voelt) en we dus structureel op windkracht 6 Beaufort zaten, met uitschieters naar 7 begonnen we ons af te vragen of we dit nog 11 uur vol zouden kunnen houden. Toen ik een kwartier had gedaan over een heel gewoon toiletbezoek wist ik het zeker: "terug".


We hadden het er net samen over toen we via de marifoon werden opgeroepen door Mystell. John van Mystell meldde ons dat Jos met zijn Ixia niet de haven uit had gekund vanwege het lage water en dus uren moest wachten. Het was de vraag of de IXIA met twee jonge kinderen aan boord nog wel op pad wilden vandaag. John klonk aarzelend en vragend. Wij wisten het direct: "terug". We hadden er al bijna 15 mijl op zitten. Terug ging beter omdat we de wind bakstag hadden (schuin van achteren). Als de brandweer gingen we. Af en toe 9 knopen op dubbel gereefd grootzeil met kleine fok.


Enkele Jan van Genten hielden ons wederom in de gaten. Golven van achter geven een heel realistisch rollercoaster gevoel. Af en toe ging de wind naar de 29 knopen. Sturen viel niet mee. Gelukkig stond er een rode lijn op de plotter die we moesten volgen.


Om 9:10 scheurden we de haven van Fecamps weer binnen. Een enorme stroming voor de haveningang zorgde ervoor dat we als een krab dwars naar binnen voeren. Drie man, waaronder Jos van de Ixia en de havenmeester stonden ons op te vangen en zo meerden we weer keurig aan. Astrid en Jos hadden voor koffie gezorgd en met zijn negenen namen we alles nog eens goed door met ontbijtkoek en koffie.
30 mijl gevaren. 


Bij de Capitainerie hoorden ik dat meer uitvarende schepen waren teruggekeerd.


En wat hebben we van ons avontuur opgestoken? Windkracht 6 op zee met tegenwind gaat best maar is niet lang vol te houden. Het had gekund als we hadden gemoeten, maar we moesten niet, het is vakantie. De haven van Fecamp is bij laag water niet altijd bevaarbaar voor boten van 2.00 meter diep. 
Het was veel leuker om terug te keren met een goed verhaal en een leerzame ervaring, dan compleet uitgeput in Cherbourg te zitten. Morgen is er weer een dag.


Francisca

GR 21 en chocola

9 augustus 


Een dagje Fecamps. Het weer is niet te warm, maar wel zonnig. Prima wandelweer. We trekken onze Teva's aan en sprinten naar het Office du tourisme.
Sentiers de Grandes Rendonnees zijn onze favorieten, de lange afstandswandelpaden, daarnaast hebben de lokale wandelpaden onze interesse. 


Ik moet zeggen dat het mij niet meer zo goed lukt om in het Frans te spreken. Vroeger tuttelde ik er toch een aardig mondje frans uit, maar als je zo weinig praktiseert verdwijnt dat. De meeste franse jongeren die we tegenkomen in haven, winkels en op terrassen (alles jonger dan 50) spreken ook heel goed engels. 


De wandeling duurt 4 en een half uur. Het is heerlijk om andere, dan zeilspieren te gebruiken en het is heerlijk om iets anders te zien dan kust en zee. Eerst klauteren we bovenop de kliffen, inclusief meeuwen en oorlogsbunkers. Dan door de weilanden, inclusief overspelige franse stelletjes in dure auto's die aan elkaar frunniken. Rustige dorpjes zonder terras, dus dan maar het boterhammetje uit de rugzak en het pakje sap op een bankje. We gaan door een prachtig bos en aan het eind van het "sentier" komen we weer uit bij het begin van Fecamps alwaar zich een chocolademuseum moet bevinden, volgens de folders en de kaart. Dat is een "must" voor mij!


Het museum, eigenlijk een chocolatier met neveninkomsten, stelt niet zoveel voor, maar de chocolaatjes die we mogen proeven wel. Nog nooit heb ik zulke lekkere chocolade geproefd! Zo'n pure chocoladesmaak, zo'n verfijnde praliné… 
Wat een genot!


Francisca

maandag 9 augustus 2010

Zeven makrelen

Zondag 8 augustus


Een heerlijke, maar korte tocht gezeild van Saint-Valery-en-Caux naar Fecamps. Een beetje bewolkt en een beetje weinig wind. De afstand was niet te groot en we hebben het merendeel van de tocht op zeil gedaan. 
Het leukste van deze tocht was de vangst van zeven makrelen.


Vlak nadat we uit Dieppe vertrokken had ik mijn vislijn op de goede lengte gemaakt volgens het boekje. 23 meter precies.Tien tellen nadat ik hem uitgeworpen had begon JW akl te roepen: "We hebben beet"!. 
Lijn inhalen, haakje uit de bek. Tikje met de lierhendel voor een vlotte dood en dan naar het sterfhuis: de emmer in de kombuis. Daarna de koelkast in. 


Nog voordat ik klaar was met zijn behandeling begon JW alweer te roepen. De sterfceremonie van de eerste bleef beperkt omdat de tweede zich aankondigde. Het binnenhalen ging moeilijker als bij de eerste omdat een stern MIJN makreel wilde afpakken. Het werd een spelletje tussen mij en de stern. Ik haalde de lijn als een gek binnen en elke keer dook de stern naar de spartelende makreel. De stern was niet snel genoeg. Wij hadden hem.


Na drie makrelen hebben we de Ixia en de Mystell per marifoon opgeroepen om te vragen of zij ook trek hadden in makreel en dat bleek het geval, dus konden we nog even doorgaan. 's Avonds hebben we die met zijn negenen zeven makrelen opgepeuzeld.


Francisca



zaterdag 7 augustus 2010

Wachten voor haveningang St. Valery-en-caux

7:30 Vertrek van Dieppe naar Saint-Valerie-en-Caux. De lucht is grijs en we zijn nog niet helemaal uitgeslapen. Allerlei actieve zeilers doen hun best om zo sportief mogelijk te doen tijdens dit uur van de dag. Niemand heeft echt zin, denk ik, maar ja, je bent een zeiler of niet. We zijn geen watjes of slapjanussen. Wij gaan in onze vakantie vroeg op en vinden het fantastisch om in naargeestig weer ons in een zeilpak te hijsen dat veel te warm is en om ons te laten natregenen.

Saint Valerie is maar 15 nautische mijlen weg; een kort stukje. Echter we kunnen er alleen 2 uur vóór tot twee uur na hoogwater in. Zijn we te laat, dan moeten we doorvaren naar Fécamps, immers de haveningang droogt op bij te laag water.

het eerste deel van de tocht kunnen we nog zeilen. De tweede helft, na Roche d"Ailly, een kardinale ton Noord die een gros wrakken markeert, moeten we recht tegen de wind in en dan lukt niet. Motor aan, zeil naar beneden. Dan wordt de horizon vager, de lucht donkerder en gaan we van de regen over in de drup. JW is de pineut en mag nat worden. Ik ga in de kombuis een lekkere bak koffie maken.

Ongeveer tegen elven zijn we op onze bestemming. Vlak voor de haveningang horen we een krakend, knarsend geluid onder de boot, een tik en geschuur… oh jee een net in de schroef? Hebben we de dieptemeter wel goed in de gaten gehouden? Zit de plotter ernaast, wat is er aan de hand? Er klopt iets niet. Achteromkijkend zien we een enorme dobber boven water kommen. We zijn gewoon over een kreeftenpot heen gevaren. Niks aan de hand. Ze moeten die dingen ook maar niet voor de haveningang leggen! Vissers en zeilers… niet altijd elkaars vrienden.

In de voorhaven van Saint Valerie wachten we een kwartiertje aan een meerboei. Leuk om weer hier te zijn. Vorige keer scheen de zon en was er een groot Fête des Marins aan de gang met veel vlaggetjes en bloemrijke versieringen.

Dan het ritueel na het aanleggen: de mannen leggen de boten goed vast en ruimen de zeiltroep op. De vrouwen en de kinderen gaan naar de Capitainerie en halen toeristische informatie.

Al drie dagen kan ik niet op het franse woord voor "meeuw" komen. Ik vraag het aan de havenmeester. "Moit" of "motie"

's Middags wandelen we naar de kliffen, doen een rondje dorp en zwaaien naar bekenden in de haven. Leren veters voor JW's schoenen zijn nergens te krijgen.

's Avonds staat gazpacho op het menu van gerookte parika's, tomaten, perzik en komkommer, rode poon, gerookt in onze eigen Demeyere rookpan en ovenvers stokbrood met franse gezouten boter.

's Avonds duit JW in een Stieg Larsson en ik achter de computer… Dat was weer een zorgeloze dag. Ik merk dat het werk nu echt naar de achtergrond raakt en dat is prettig!

Francisca

vrijdag 6 augustus 2010

Zeeziek? Neem geen Primatour!


'Word je wel eens zeeziek?' is een vraag die mij vaak genoeg is gesteld. Antwoord: ja, soms wel. Zoals gisteren (donderdag 5 augustus) toen we de ruim 55 mijl van Boulogne sur Mer naar Dieppe aflegden. Dankzij de noordwestenwind van kracht 5 deden we dat in recordtijd. Voor mij maar goed ook, want de vooraf ingenomen Primatourtablet deed helemaal niets. De golven wel. Je ziet het niet echt goed op het filmpje, maar we werden flink door elkaar geschud. Eenmaal in Dieppe aangekomen is de lucht blauw, het water en de shirts van de dienstdoende havenmeester ook, en zijn de rotsen wit. Dieppe kan in de zomer heel vol zijn, maar nu valt het wel mee.  Het toekennen van plaatsen lijkt zelfs wel georganiseerd! Internet zou er ook moeten zijn, maar helaas, dat is  er toch niet. De verklaring is heel Frans: het oude havenkantoor wordt gesloopt, te beginnen met de WiFi antenne…

Een uurtje of twee voor aankomst voel ik me weer een beetje mens, en als we naast Mystell veilig vastliggen is het leed weer geleden. Dat is het geluk bij zeekziekte. Het stopt gewoon als je stilligt. Het is overigens wel erg prettig dat Francisca nergens last van heeft. Die kun je bij windkracht 9 op zee ondersteboven in de kajuit hangen, een pain au chocolat voeren met een haring en ze wordt niet ziek. Stikjaloers ben ik daarop!

Vandaag worden we ruw gewekt. Al om half elf wil de eigenaar van een grote snelle bromboot weg. Hij vindt dat wij in de weg liggen. De havenmeester maakt van de gelegenheid gebruik om iedereen maar ergens anders neer te leggen. Ook goed. We doen het rustig aan, vanmiddag es in de stad kijken, boodschappen doen en dan wordt het vanzelf weer borreltijd. Morgen waarschijnlijk naar St Valery en Caux. Of naar Eastbourne. Vanavond weten we meer.

Jan Willem

Zoals de wind waait, waait mijn jasje


6 augustus.

Eergisteren zaten we bij Henny en Jose aan boord en toen hadden we het erover wat de grootste uitdaging van deze vakantie zou zijn.
Is die grootste uitdaging een enorme afstand afleggen per zeil? Is die uitdaging om heel erg veel te zien. Is die uitdaging om luier dan lui te zijn?

Je kunt bijna nergens zeker van zijn op zo'n vakantie. Hoeveel jaar hebben we niet ontzettend rotweer gehad. Hoe vaak liep het anders als dat we verwachtten. Elke keer hadden we een bestemmingsdoel, maar daar kwam nooit iets van terecht. Of de wind was te veel of te weinig. Of één van ons was zwak, ziek of misselijk… Of we durfden niet …. Soms was ik ongerust over wat er thuis gebeurde, met dochter of met werk… maar ook dat heeft weinig zin. Nu Skypen we 1 keer in de week en dat is geweldig en niet duur.

Maar de mooiste herinneringen kwamen uit het aanpassen aan de omstandigheden. Als het rotweer is lekker wandelen of lezen, of lekker koken en ketsen met de buren, je vistuig repareren, nieuwe plannen en routes voorbereiden. Als je niet lekker voelt of moe, gewoon slapen, lummelen, luieren en de tijd zijn werk laten doen.
Er waren leuke ontmoetingen met andere zeilers in de havens, prachtige wandelingen, gezellige borrelavondje of opeens zomaar onverwacht een perfecte zeiltocht, met een mooie zon, helder water, zilte geuren, het geluid van de wind en onze eigen hekgolven en mijn lief naast me genietend van dat alles.

Nee, als je zeilt is de grootste uitdaging om je aan te passen aan de omstandigheden. 
Francisca

woensdag 4 augustus 2010

Heel veel niets



En dan van Duikerken naar Boulogne. De dag is zonnig. Het tij is ons gunstig gezind en we hoeven pas om 8:30 uur weg. Het is rustig weer. Op de moter varen we eerst de enorme stinkfabrieken voorbij die aan de kust staan. De Belgische Kust is echt treurig en lelijk. Heel veel grijze en futloze gebouwen. Weinig duinen en natuurschoon. We zijn altijd blij als we bij Cap Blanc Nez in de buurt komen. Daar beginnen de prachtige kusten.
Omdat de wind West is en niet meer bedraagt dan 5 knopen blijft de moter aan. We merken dat het afkicken van het werk en ons normale leventje veel tijd en vooral rust vergt. We zeggen nauwelijks iets zinnigs tegen elkaar. We masseren elkaars stijve nek weg. Daar zijn alle spanningen rondom de reisvoorbereidingen opgeslagen. We kijken naar het voorbij schuivende water, naar de windmeter. Heel af en toe passeert een zeilschip een visser of een ferrie. Er is vooral heel veel NIETS en dat is lekker. Dat is weldadig. 

Tussen Calais en Dover moeten we even goed kijken of er niet een ferrie met 20 knopen aan komt stuiven. 
Gelukkig kunnen we op de AIS zien welke grote schepen uit de haven komen, hoe snel ze gaan en welke richting ze gaan. Dat geeft veel rust. 

En dan weer veel niets, geen vissen aan onze paravane, geen wind, geen diepzinnige gesprekken, geen gedachten... alleen een stukje cake, een flesje water, een boterham, een fruitje en dan weer veel niks.

Bij Cap Griz Nez wordt alles anders. De wind is toegenomen, we veranderen van richting, het water is nu echt blauwgroen en worden wakker. De zeilen gaan omhoog en met 14 knopen ware win, 18 schijnbare wind scheuren we naar Boulogne. Heerlijk. 

In Boulogne is het makkelijk parkeren. Genoeg plaats in de haven. Henny en José liggen er ook. Die hebben verdorie wel makrelen gevangen met hun paravane. Ik ben een klein beetje jaloers, maar heb bij het visstalletje toch een lekkere grote "het-lijkt-wel-een-kabel-jouw-vis" aangeschaft. Die ik in de oven heb gestopt met zijn buik vol knoflook en verse basilicum in een jasje van zout. Dus zo slecht hadden we het niet.

We blijven een dagje in Boulogne want de voorspellingen zijn slecht. windkracht 5,6 en 7 wordt verwacht uit de verkeerde hoek. Dat wordt dus een dag weer vol met niets.

Beeld komt later.