maandag 22 augustus 2011

Drie dagen Dieppe, en een dag Boulogne


Van Saint Valéry en Caux naar Dieppe is ongeveer 15 mijl. Eigenlijk was dat een paar mijl te kort. Met een zonnetje, een mooi weer en prachtig blauw water wil je best langer varen dan de luttele twee-en-een-half uur die we ervoor nodig hebben om in Dieppe te komen. Dieppe bereidt zich voor op een groot feest. Aanleiding is het feit dat de stad een etappeplaats is van de Solitaire du Figaro, een in Frankrijk grote wedstrijd voor solozeilers. Alles gaat ervoor aan de kant. Ze sluiten er zelfs een paar dagen de haven voor af. Die haven ligt midden in de stad. Op een afstand zien de vanaf de boot de drukte zonder er zelf echt in te zitten. Met hoogwater zie je alles, met laag water niet meer. Je ligt dan bijna negen meter lager. Bij bepaalde windrichtingen is de haven onrustig. Zoals nu. De deining op zee wordt niet genoeg afgeremd, zodat alle bootjes flink in beweging zijn. Onze twee lijnen met rubber veren zorgen voor iets vriendelijker bewegingen daardoor een goede nachtrust. Ook de oordoppen helpen daarbij, want de steigers en de vlakbij ons gelegen drijvende golfbrekers maken een lawaai als steelband van reuzen.

De volgende dag is het redelijk weer. We graven de fietsen op uit de schuur en zoeken een 'avenue vert', die ergens in de buurt moet beginnen. Bij gebrek aan wat voor aanwijzing dan ook moeten we even zoeken naar de voormalige spoorweg naar Parijs, die nu als wandel- en fietsroute is ingericht. Eenmaal gevonden blijkt het een vers geasfalteerd fietspad te zijn, wat inderdaad heel groen is. Teruggekomen in de haven klotst het nog steeds. Toch blijven we nog een dag om met een betere wind naar Boulogne te gaan. In de nacht draait de wind inderdaad, en ook nog naar de goede richting. Helaas komt daarmee ook een golf van stank over de stad, die Francisca een slechte nachtrust bezorgt. Ze bleek niet de enige die er last van had. Ook onze Engelse buurvrouw kwam niet geheel fris de kooi uit.

Eenmaal op zee is er wind, maar daarmee is alles wel gezegd. Met twee tot drie knopen wind doe je niet veel, tenzij je bereid bent om dagen te doen over de afstand van 53 mijl naar Boulogne. Dat zijn wij niet, maar gelukkig is er een motor. Met een vlakke zee en een lekker zonnetje is dat niet zo heel erg. In de middag verdubbelt de wind. We hijsen de zeilen om te kijken hoe het gaat. Dankzij de stroom komen we aardig vooruit, maar niet in een rechte lijn. De windrichting is niet stabiel: hij tolt in het rond. Het is per saldo meest noord, en dat is nu net de kant die wij op moeten. Kruisend bereiken we rond zeven uur de haven van Boulogne. Het lijkt wel thuiskomen, zo vaak zijn we er nu geweest.

Onze buren uit Dieppe, een gepensioneerd Engels echtpaar dat de hele zomer rondzeilt, zijn er ook. De kennismaking wordt 's-avonds voortgezet en dat blijkt heel leuk te zijn. Het zijn op en top Britten, met een ijzersterk gevoel voor humor. Ze kunnen lachen om zichzelf en hun land. Het levende bewijs is hun hondje. Het beest is per zeilboot uit Engeland vertrokken, maar het mag niet per zeilboot weer terug. "Madness", is het commentaar van Judy. Hoe dan wel? Niet via een veerboot met de baas als begeleider. Alleen per veerboot én in een auto mag hond Daisy weer terug. De straf bij overtreding? De doodstraf voor de hond! (en een boete voor de baas). Judy gaat met het openbaar vervoer naar huis om eerst de auto te halen. Met de veerboot naar Calais, en dan met hond weer terug. Hoe bedenk je het.

ORISANDE vlak voor Boulogne, gefotografeerd door bemanning TRAMONTANA

Over Calais gesproken: daar zijn we nu. Met de wind in de rug en de stroom op de kont ronden we Cap Griz, en daarna het vrolijke broertje daarvan: Cap Blanc Nez. Onze andere buren uit Boulogne trakteren ons op spectaculaire manoeuvres. Eerst vissen ze een door henzelf verloren zwemband op (wat met zo'n wind en zulke golven niet niks is). Even later zetten ze de jacht in op een gifgroen luchtbed, dat kennelijk in een moment van onachtzaamheid van de eigaar het zeegat koos. Het luchtbed zal nu wel in Engeland zijn aangekomen. Even denken we dat land te zien. Maar nee, het is geen krijtrots maar een witte veerboot. Over de grond lopen de zo nu en dan elf knopen. Leuk, maar het helpt niet veel. In Calais moet je namelijk wachten tot je naar binnen mag. Veerboten gaan eerst, en het zijn er veel. Als de semafoor groene lichten geeft mag je naar binnen, en beslist niet eerder. Ze hebben daar goede redenen voor. De haveningang is voor die boten wel wat krap, en dat geldt ook voor de haven zelf. Eenmaal binnen moeten we ook even wachten totdat de brug wordt bediend. Nu liggen we na een mooie tocht rustig en veilig, tussen de Britten in een kale haven.

Jan Willem

Geen opmerkingen: